Ontdek alles over de DGA in 2025: gebruikelijk loon (€56.000), dividend uitkeren, pensioen en aansprakelijkheid. Hoe je als DGA slim belasting bespaart.

De directeur-grootaandeelhouder, kortweg DGA, heeft een bijzondere positie in het Nederlandse ondernemingsrecht. De afkorting DGA staat voor directeur-grootaandeelhouder en wordt gebruikt voor personen die voldoen aan de wettelijke criteria: minimaal 5% aandelenbezit in de bv en werkzaam zijn binnen de bv. De term DGA wordt in juridische en fiscale contexten gebruikt om deze specifieke groep aan te duiden, waarbij de Belastingdienst, pensioenwetgeving en verzekeringsmaatschappijen verschillende criteria hanteren om te bepalen of iemand als DGA wordt beschouwd.
Als DGA ben je zowel bestuurder van de besloten vennootschap (bv) of naamloze vennootschap (nv), als aandeelhouder met een aanmerkelijk belang. Dit dubbele karakter maakt jouw rol uniek: je bent tegelijk werkgever en werknemer, maar ook ondernemer die risico draagt en profiteert van winst.
In tegenstelling tot een eenmanszaak of vof, waarbij de winst direct in box 1 wordt belast, kent de DGA een complexere fiscale positie. Je ontvangt salaris dat onder de gebruikelijkloonregeling valt, maar je hebt daarnaast de mogelijkheid om winst uit te keren als dividend. Ook ben je zelf verantwoordelijk voor je pensioenopbouw, nu het pensioen in eigen beheer sinds 2017 is afgeschaft.
Deze combinatie van verantwoordelijkheden en fiscale regelingen maakt de DGA-positie aantrekkelijk, maar ook risicovol. Wie de regels niet naleeft of onvoldoende plant, kan te maken krijgen met fiscale correcties of zelfs persoonlijke aansprakelijkheid. Daarom is het essentieel om te weten wat jouw rechten en plichten zijn als DGA in 2025.

Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) is iemand die zowel bestuurder is van een besloten vennootschap (bv) of naamloze vennootschap (nv), als een aanzienlijk deel van de aandelen bezit. Deze combinatie van rollen geeft de DGA zowel zeggenschap over de dagelijkse bedrijfsvoering als invloed via het aandeelhouderschap. Het maakt de DGA in feite de spil van de onderneming.
Sommige verzekeraars hanteren echter een andere definitie van de DGA dan de Belastingdienst, bijvoorbeeld door andere criteria te gebruiken bij de beoordeling van wie als DGA wordt aangemerkt.
De Belastingdienst ziet iemand pas als DGA wanneer hij of zij een aanmerkelijk belang heeft. Dat betekent dat je minimaal 5% van de aandelen in de vennootschap moet bezitten. Dit belang kan direct zijn, door persoonlijk aandelenbezit, of indirect via een persoonlijke holding. Ook als aandelen gecertificeerd zijn via een STAK (Stichting Administratiekantoor) kan sprake zijn van een aanmerkelijk belang.
In de praktijk zijn de meeste DGA’s verbonden aan een bv, omdat dit de meest voorkomende rechtsvorm is voor ondernemers in Nederland. Bij een nv komt het minder vaak voor, maar ook daar kan een bestuurder die voldoende aandelen bezit als DGA worden aangemerkt. De DGA heeft dus een hybride rol: bestuurder volgens de statuten en aandeelhouder volgens het aandelenregister.
Binnen een BV of NV kan er ook sprake zijn van meerdere DGA's, bijvoorbeeld wanneer meerdere personen elk aan de criteria voldoen, zoals het gezamenlijk bezitten van een gelijk of aanzienlijk aandelenbelang en stemrecht.
De directeur-grootaandeelhouder is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken binnen de onderneming. Dat gaat verder dan alleen operationeel management: een DGA bepaalt ook de koers van het bedrijf, neemt strategische beslissingen en draagt de eindverantwoordelijkheid voor financiële en juridische verplichtingen. In die zin staat de DGA dicht bij de rol van een ondernemer in een eenmanszaak, maar dan binnen de context van een rechtspersoon.
Hoewel een DGA vaak een arbeidsovereenkomst met de vennootschap heeft, is deze niet altijd doorslaggevend voor de juridische positie. Belangrijker zijn de statuten en de aandeelhoudersovereenkomst die de verhouding tussen de vennootschap en de DGA vastleggen. Hierin wordt bepaald welke bevoegdheden de DGA heeft, welke afspraken gelden over salaris, dividend en bestuur, en hoe de besluitvorming plaatsvindt.
In sommige gevallen is het dga nodig om bepaalde contracten of overeenkomsten formeel af te sluiten, zodat de relatie met de BV of NV goed en juridisch correct wordt vastgelegd.
Het komt regelmatig voor dat een BV meerdere directeur-grootaandeelhouders heeft. Denk bijvoorbeeld aan twee oprichters die ieder 50% van de aandelen bezitten. In zo’n situatie delen de DGA’s de bestuurlijke en strategische verantwoordelijkheid. Dit kan leiden tot evenwichtige besluitvorming, maar ook tot spanningen wanneer men het niet eens is. Daarom zijn duidelijke afspraken in de statuten en aandeelhoudersovereenkomsten cruciaal om geschillen te voorkomen.
Een DGA kan zichzelf niet zomaar een willekeurig salaris toekennen. De Belastingdienst hanteert de gebruikelijkloonregeling, die bepaalt welk loon minimaal moet worden uitgekeerd. Het uitgangspunt is dat een DGA loon ontvangt dat vergelijkbaar is met wat iemand in loondienst in een vergelijkbare functie zou krijgen. Daarmee wordt voorkomen dat DGA’s zichzelf een extreem laag salaris uitkeren om belasting te ontwijken en enkel dividend opnemen.
In 2025 is het minimum gebruikelijk loon vastgesteld op €56.000 bruto per jaar bij een fulltime dienstverband. Dit betekent dat een DGA in principe minstens dit bedrag aan zichzelf moet uitkeren, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om lager te gaan zitten. Dit bedrag is hoger dan het wettelijk minimumloon en weerspiegelt de verantwoordelijkheid die een DGA draagt binnen de onderneming.
Het gebruikelijk loon wordt ook getoetst aan het salaris van de meestverdienende werknemer binnen de onderneming. Als een werknemer een hoger salaris ontvangt dan de DGA, moet het salaris van de DGA daarop aansluiten. Ook wordt gekeken naar wat gebruikelijk is in de sector voor een vergelijkbare functie. In sommige gevallen kan dit leiden tot een hoger loon dan de standaardgrens van €56.000.
In situaties waarin een onderneming structureel verlies lijdt of simpelweg onvoldoende omzet genereert, kan een DGA bij de Belastingdienst een verzoek indienen voor een lager gebruikelijk loon. Dit moet goed onderbouwd worden, bijvoorbeeld met jaarcijfers. Wordt het verzoek goedgekeurd, dan mag tijdelijk een lager salaris worden uitgekeerd.
Een DGA kan naast salaris ook dividend ontvangen. Het salaris wordt belast in box 1 tegen progressieve tarieven tot 49,5%, terwijl dividend in box 2 belast wordt met 24,5% tot 33%. Dit maakt dividend fiscaal aantrekkelijker, maar de Belastingdienst stelt het gebruikelijk loon verplicht om te voorkomen dat een DGA zijn inkomsten vrijwel volledig in dividend omzet. Het is belangrijk dat het gebruikelijk loon eerst aan de DGA is uitgekeerd voordat er dividend mag worden uitgekeerd; dit wordt ook wel aangeduid als 'dga uitgekeerd'.
Een DGA ontvangt niet alleen loon volgens de gebruikelijkloonregeling, maar kan daarnaast ook winst uit de onderneming laten uitkeren als dividend. Het grote verschil is dat salaris altijd wordt belast in box 1 tegen progressieve tarieven tot 49,5%, terwijl dividend in box 2 wordt belast met een tarief van 24,5% tot 33%. Dit verschil maakt dividend vaak aantrekkelijker, maar de Belastingdienst ziet salaris als prioriteit. Eerst moet dus het gebruikelijk loon zijn uitgekeerd, voordat winst via dividend mag worden uitgekeerd.
Bij het uitkeren van dividend is sprake van een dubbele heffing. Eerst betaalt de bv vennootschapsbelasting over de winst (16% tot €200.000 en 25,8% daarboven in 2025). De DGA is verantwoordelijk voor het correct afdragen van belastingen bij het uitkeren van dividend aan de Belastingdienst. Pas daarna kan de nettowinst worden uitgekeerd. Vervolgens wordt over het uitgekeerde dividend belasting geheven in box 2 bij de aandeelhouder. Per saldo betekent dit dat dividenduitkeringen een hogere gecombineerde belastingdruk kunnen hebben dan salaris, afhankelijk van de situatie.
Dividend kan toch aantrekkelijk zijn wanneer de onderneming structureel meer winst maakt dan nodig is om het gebruikelijk loon uit te keren. Door dividend te gebruiken, kan de DGA flexibel geld opnemen zonder het loon onnodig te verhogen. Ook kan dividend worden ingezet als onderdeel van een bredere fiscale strategie, bijvoorbeeld om vermogen te spreiden of om reserveringsruimte te benutten. De timing is hierbij cruciaal: door dividend uit te keren in jaren met lagere persoonlijke inkomens, kan belastingdruk worden verlaagd.
Een belangrijk verschil tussen een werknemer in loondienst en een directeur-grootaandeelhouder is dat een DGA niet automatisch verzekerd is voor werknemersverzekeringen. Volgens de wettelijke bepalingen zijn DGA's namelijk niet verplicht verzekerd voor deze werknemersverzekeringen. Dit betekent dat er geen dekking is via de WIA (arbeidsongeschiktheid), WW (werkloosheid) of ZW (ziektewet). Wie als DGA ziek wordt of arbeidsongeschikt raakt, kan dus niet terugvallen op een uitkering van de overheid.
Om dit risico af te dekken, is het voor een DGA verstandig om een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af te sluiten. Met zo’n verzekering wordt er maandelijks een bedrag uitgekeerd als je door ziekte of een ongeval niet kunt werken. De premie is vaak hoog, maar vormt een essentiële vangnetvoorziening voor de continuïteit van je inkomen én je onderneming.
Daarnaast kan een DGA persoonlijk aansprakelijk worden gesteld in geval van onbehoorlijk bestuur. Een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering (BCA) helpt om dit risico te beperken. Ook is een zakelijke aansprakelijkheidsverzekering vaak noodzakelijk om schadeclaims van derden af te dekken. Daarmee bescherm je niet alleen de bv, maar ook je privévermogen tegen onverwachte gebeurtenissen.
Waar werknemers vaak automatisch verzekerd zijn via hun werkgever, moet de DGA dus zelf actief keuzes maken. Verzekeringen zijn een belangrijk onderdeel van het totale financiële plan van de DGA. Wie dit nalaat, loopt het risico dat onverwachte gebeurtenissen niet alleen de onderneming, maar ook het privévermogen in gevaar brengen.
Tot 2017 konden DGA’s hun pensioen in eigen beheer opbouwen binnen de eigen bv. Dat bood flexibiliteit, maar leidde ook vaak tot onderdekking en ingewikkelde situaties bij verkoop of faillissement. Sinds de afschaffing is dit niet meer toegestaan en moeten DGA’s hun pensioen op een andere manier regelen. De opgebouwde aanspraken konden worden omgezet naar een oudedagsverplichting (ODV), maar nieuwe opbouw in eigen beheer is niet mogelijk.
DGA in 2025: salaris, dividend & fiscale regels voor directeur-grootaandeelhouders
Tegenwoordig kan een DGA zijn pensioen opbouwen via lijfrenteproducten bij een bank of verzekeraar. De inleg is onder voorwaarden aftrekbaar in box 1, waardoor dit een fiscaal aantrekkelijke optie kan zijn. Daarnaast kan er gekozen worden voor sparen of beleggen in box 3, waarbij vermogen vrij beschikbaar blijft, maar jaarlijks belast wordt via het forfaitaire rendement. Een derde mogelijkheid is om geld in de eigen bv te laten en zo een oudedagsvoorziening op te bouwen, al brengt dit extra risico’s met zich mee.
De Belastingdienst kent de mogelijkheid van jaarruimte en reserveringsruimte om gemiste pensioenopbouw in te halen. In 2025 mag tot 30% van het inkomen in de jaarruimte worden benut. Dit bedrag kan fiscaal aftrekbaar worden ingelegd in een lijfrente, waardoor de DGA zijn belastbare inkomen verlaagt en tegelijk pensioenvermogen opbouwt. Zeker voor DGA’s die laat beginnen met pensioenopbouw, is dit een waardevolle regeling.
Veel DGA’s kiezen ervoor om hun persoonlijke holding te gebruiken als pensioenpot. Een holding DGA regelt zijn pensioenopbouw vaak via de holdingstructuur, wat extra flexibiliteit en fiscale voordelen kan bieden. Door winst in de holding te laten en verstandig te investeren, kan vermogen worden opgebouwd dat later als pensioenuitkering kan dienen. Deze aanpak geeft veel flexibiliteit, maar het betekent ook dat de DGA zelf verantwoordelijk is voor het rendement en de risico’s van de beleggingen.
De besloten vennootschap (bv) is een rechtspersoon. Dat betekent dat in beginsel de bv zelf aansprakelijk is voor haar schulden, niet de directeur-grootaandeelhouder. Dit onderscheid tussen privé en zakelijk vermogen is een van de belangrijkste redenen waarom ondernemers voor een bv kiezen.
Toch kan de DGA persoonlijk aansprakelijk worden gesteld bij onbehoorlijk bestuur of wanbeleid. Denk hierbij aan het niet tijdig deponeren van jaarstukken, het aangaan van onverantwoorde leningen of het negeren van fiscale verplichtingen. Wanneer blijkt dat de DGA wist – of had moeten weten – dat de onderneming haar verplichtingen niet kon nakomen, kan de Belastingdienst of een curator in faillissement de DGA privé aanspreken.
Bij foutieve betalingen of uitkeringen aan de DGA kan bovendien sprake zijn van een onverschuldigde betaling, die terugbetaald moet worden aan de BV.
Een specifiek risico geldt richting de Belastingdienst. Indien de bv geen loonheffingen of btw afdraagt, kan de DGA hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld als hij nalaat dit tijdig te melden. Ook het niet correct naleven van de gebruikelijkloonregeling of dividenduitkeringen zonder winstreserves kan leiden tot fiscale correcties en boetes.
Veel risico’s zijn te vermijden door zorgvuldig bestuur te voeren. Het tijdig deponeren van jaarrekeningen, het opstellen van realistische prognoses, en het documenteren van belangrijke besluiten in notulen zijn eenvoudige maar essentiële maatregelen. Daarnaast kan een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering helpen om onverwachte claims op te vangen. Uiteindelijk draait het bij aansprakelijkheid van de DGA om één kernvraag: handelde je als een redelijk en zorgvuldig bestuurder?
DGA staat voor directeur-grootaandeelhouder. Het is iemand die bestuurder is van een besloten vennootschap (bv) of naamloze vennootschap (nv) én minimaal 5% van de aandelen bezit.
In 2025 moet een DGA zichzelf een gebruikelijk loon van minimaal €56.000 bruto per jaar uitkeren, tenzij de onderneming aantoonbaar minder kan betalen.
Een DGA is een bijzondere hybride: officieel bestuurder van een rechtspersoon, maar geen werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen. Dit betekent dat een DGA vaak niet verzekerd is voor WW of WIA.
Ja. Wanneer meerdere personen ieder minimaal 5% van de aandelen bezitten en in het bestuur zitten, kan een bv meerdere DGA’s hebben. Ze delen dan de strategische en dagelijkse verantwoordelijkheid.
Wanneer een DGA zichzelf geen of een te laag loon uitkeert, kan de Belastingdienst dit corrigeren. Het gevolg is dat alsnog loonheffingen verschuldigd zijn, vaak met rente en boetes.
De directeur-grootaandeelhouder heeft een unieke positie binnen de Nederlandse ondernemingspraktijk. Als bestuurder, aandeelhouder én werknemer in één combineert de DGA kansen en verantwoordelijkheden. Van het verplichte gebruikelijk loon van minimaal €56.000 in 2025, tot de keuze tussen salaris en dividend en de verantwoordelijkheid voor pensioenopbouw en verzekeringen: alles vraagt om een weloverwogen strategie.
Daar komt bij dat een DGA bij wanbestuur of fiscale nalatigheid persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Tegelijkertijd biedt de bv-structuur fiscale voordelen, bescherming van privévermogen en flexibiliteit in de manier waarop vermogen wordt opgebouwd. De sleutel ligt in goed bestuur, slimme fiscale planning en het tijdig nemen van de juiste maatregelen.
Laat je winst dus niet weglekken door fouten of gemiste kansen.
👉 Ontdek in 15 minuten hoe jij als DGA optimaal gebruikmaakt van fiscale voordelen en risico’s voorkomt. Plan vandaag nog een gratis checkgesprek.