Ontdek wat agioreserve en agio zijn, hoe agiostorting en terugbetaling werken, en welke fiscale gevolgen dit heeft voor aandeelhouders in 2025.
Een agioreserve is een financiële buffer binnen een BV of NV die ontstaat wanneer aandeelhouders méér betalen voor hun aandelen dan de nominale waarde. Dit bedrag is vaak hoger dan de nominale waarde en kan soms zelfs de werkelijke waarde van het aandeel weerspiegelen. Dit meerdere wordt als agio gestort en komt terecht in de agioreserve, een belangrijk onderdeel van het eigen vermogen van de vennootschap. Aandeelhouders zijn soms bereid een hoger bedrag te betalen dan de nominale waarde, afhankelijk van de werkelijke waarde van het bedrijf.
Voor ondernemers en directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) is agio een interessant instrument. Het kan gebruikt worden om het eigen vermogen te versterken, schulden aan aandeelhouders om te zetten in kapitaal, of om later belastingvrij terug te betalen — mits aan de juiste voorwaarden wordt voldaan. Tegelijkertijd spelen er fiscale regels: niet elke agio terugbetaling is onbelast, en de Belastingdienst kijkt scherp mee.
In dit artikel ontdek je wat agioreserves zijn, hoe agiostortingen en terugbetalingen werken, welke fiscale gevolgen er in 2025 gelden en wanneer agio een aantrekkelijke optie kan zijn voor jouw onderneming.
Een agioreserve ontstaat wanneer aandeelhouders méér betalen voor hun aandelen dan de nominale waarde. Het meerdere bovenop de nominale waarde wordt agio genoemd en dit bedrag komt in de agioreserve terecht. Dit verschil ontstaat vaak doordat de waarde van de aandelen, zoals de marktwaarde, hoger ligt dan de nominale waarde. Deze reserve maakt deel uit van het eigen vermogen van de vennootschap en fungeert als financiële buffer.
De nominale waarde van een aandeel is de waarde die in de statuten van de BV of NV is vastgelegd. Dit kan bijvoorbeeld €1 of €0,01 per aandeel zijn. Wanneer een aandeelhouder €10 betaalt voor een aandeel met een nominale waarde van €1, is er sprake van €9 agio. Dit verschil tussen de nominale waarde en het betaalde bedrag wordt als aandelen agio geboekt. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de agioreserve.
Een agioreserve kan op verschillende manieren ontstaan:
In beide gevallen wordt de waarde boven de nominale waarde toegevoegd aan de agioreserve op de balans.
De agioreserve wordt geboekt onder het eigen vermogen van de onderneming. Deze reserve kan ontstaan door extra financiering van aandeelhouders, bijvoorbeeld wanneer zij bovenop de nominale waarde van aandelen geld inbrengen. Dit versterkt de financiële positie van de BV of NV en wordt vaak gezien als teken van gezond financieel beheer. Banken en investeerders kijken positief naar een onderneming met een stevige agioreserve, omdat dit extra zekerheid biedt.
Stel dat een BV 1.000 aandelen uitgeeft met een nominale waarde van €1. Een investeerder betaalt €10 per aandeel. De BV ontvangt dan in totaal €10.000. Van dit bedrag wordt €1.000 geboekt als aandelenkapitaal (nominale waarde) en €9.000 als agioreserve. Het bedrag van €9.000 dat boven de nominale waarde wordt betaald, wordt als gestort agio geboekt. Het bedrijf beschikt hierdoor over extra kapitaal dat kan worden ingezet voor investeringen of als buffer voor moeilijke tijden.
De agioreserve kan zowel worden aangevuld met nieuwe stortingen als (gedeeltelijk) worden terugbetaald aan aandeelhouders. Een agiostorting wordt soms ook een informele kapitaalstorting genoemd, omdat het extra kapitaal vaak zonder formele notariële procedure wordt ingebracht. Beide situaties kennen formele vereisten en fiscale gevolgen.
Een agiostorting is een extra inbreng van aandeelhouders in de vennootschap, bovenop het aandelenkapitaal. Dit kan op twee manieren gebeuren:
Een agiostorting vindt meestal plaats door het storten van liquide middelen op de zakelijke rekening van de vennootschap. Dit verhoogt het eigen vermogen en kan daarmee schulden aan aandeelhouders vervangen. Dit zorgt voor een gezondere balans en lagere rentelasten.
Een agiostorting moet altijd formeel worden goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA). Er worden notulen opgesteld waarin de besluiten en de omvang van de storting worden vastgelegd. Na goedkeuring door de AvA vindt de storting van agio doorgaans plaats op de zakelijke rekening van de vennootschap. Een notariële akte is in principe niet nodig, tenzij de statuten worden gewijzigd (bijvoorbeeld om de nominale waarde aan te passen).
De aandeelhouders ontvangen hun storting naar rato van hun aandelenbelang, zodat de onderlinge verhoudingen gelijk blijven.
Het terugbetalen van agio aan aandeelhouders wordt in beginsel gezien als een dividenduitkering en dus als een winstuitkering. Dit betekent dat het belast is in box 2 tegen 26,9% (2025) voor aandeelhouders met een aanmerkelijk belang. In sommige gevallen kan echter sprake zijn van een onbelaste terugbetaling van agio. Bij een juiste procedure hoeft over zo'n onbelaste terugbetaling geen belasting te worden betaald. Alleen wanneer sprake is van een onbelaste teruggaaf van kapitaal (bijvoorbeeld bij terugbetaling van de nominale waarde van aandelen), is er géén belasting verschuldigd.
Voordat een agioterugbetaling kan plaatsvinden, moet het bestuur van de BV een uitkeringstest uitvoeren. Daarbij wordt beoordeeld of de onderneming na de terugbetaling nog in staat is om haar schulden te betalen. Het bestuur draagt hierbij een grote verantwoordelijkheid om de financiële gezondheid van de vennootschap te waarborgen. Pas als de test positief uitvalt, mag de terugbetaling worden uitgevoerd.
De fiscale behandeling van agio is een belangrijk aandachtspunt voor aandeelhouders en DGA’s. Agio kan niet alleen ontstaan door stortingen boven de nominale waarde, maar ook door het omzetten van vreemd vermogen, zoals leningen, in eigen vermogen. Afhankelijk van de vorm van de terugbetaling kan het verschil maken tussen een belastingvrije uitkering of een heffing van bijna 27%.
Wanneer een agio terugbetaling plaatsvindt aan aandeelhouders, wordt dit fiscaal gezien als een uitkering van winst. Het keren van agio aan aandeelhouders leidt doorgaans tot belastingheffing in box 2. Dat betekent dat de aandeelhouder in box 2 belasting betaalt over het ontvangen bedrag. In 2025 geldt hiervoor een tarief van 26,9%.
Voorbeeld:
Een DGA krijgt €100.000 uitgekeerd uit de agioreserve. Over dit bedrag moet hij €26.900 aan inkomstenbelasting in box 2 afdragen. Netto houdt hij dus €73.100 over.
Niet elke uitkering uit de agioreserve leidt automatisch tot belastingheffing. Bij een onbelaste teruggaaf van kapitaal (bijvoorbeeld een terugbetaling van de nominale waarde van aandelen), is er géén belasting verschuldigd. Soms is hiervoor een statutenwijziging nodig om de nominale waarde van de aandelen te verlagen, zodat een onbelaste teruggaaf van kapitaal mogelijk wordt. Dit maakt terugbetaling van nominaal kapitaal aantrekkelijker dan een agioterugbetaling.
Voor vermogende DGA’s kan een agiostorting interessant zijn. Door privéspaargeld als agio in de BV te storten, wordt dit vermogen overgeheveld naar de vennootschap. Agio, samen met andere financiële producten zoals kapitaalstortingen of het omzetten van leningen, kan worden ingezet om het eigen vermogen van de BV te versterken. Daar kan het vaak efficiënter worden belegd, of gebruikt worden om schulden af te lossen. Later kan dit geld onder voorwaarden weer worden uitgekeerd, eventueel in een fiscaal gunstiger jaar.
Het is cruciaal om de juiste procedure te volgen. Een terugbetaling zonder formele goedkeuring door de AvA of zonder uitkeringstest door het bestuur kan leiden tot aansprakelijkheid voor bestuurders en correcties door de Belastingdienst. Ook kan de fiscus stellen dat een uitkering als winstuitdeling moet worden belast, zelfs als de bedoeling een onbelaste teruggaaf was.
Een agioreserve kan ontstaan bij zowel de uitgifte van nieuwe aandelen als bij stortingen op bestaande aandelen. Door de uitgifte van nieuwe aandelen wordt het vergrote aandelenkapitaal gerealiseerd en neemt de agioreserve toe. In beide gevallen is het meerdere boven de nominale waarde de basis voor agio.
Bij een uitgifte van nieuwe aandelen wordt vaak een hogere prijs betaald dan de nominale waarde. Dit verschil wordt toegevoegd aan de agioreserve.
Voorbeeld: een BV geeft 1.000 nieuwe aandelen uit met een nominale waarde van €1. De uitgifteprijs is €10 per aandeel. De BV ontvangt €10.000, waarvan €1.000 in het aandelenkapitaal terechtkomt en €9.000 in de agioreserve.
Ook zonder nieuwe aandelen kan agio ontstaan. Bij een storting op bestaande aandelen brengen aandeelhouders extra geld in, zonder dat hun aantal aandelen verandert. Dit geld wordt volledig geboekt als agio. Deze procedure van agiostorting op bestaande aandelen is een gebruikelijke handeling binnen de besloten vennootschap. Zo versterkt de vennootschap haar eigen vermogen zonder aandelen uit te geven.
Wanneer een agiostorting wordt gedaan, moet dit in principe naar rato van het aandelenbelang gebeuren. Zo blijft de onderlinge verhouding gelijk. Als een aandeelhouder toch méér stort dan zijn aandeel in de BV, moet dit formeel worden vastgelegd. Dit kan gevolgen hebben voor de zeggenschap of de verdeling van toekomstige uitkeringen.
Daarnaast kan de verdeling van agio ook gevolgen hebben voor andere aandeelhouders binnen de vennootschap, omdat hun aandeel in de agioreserve en eventuele uitkeringen hierdoor kan veranderen.
Elke agiostorting of agio terugbetaling moet formeel worden goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA). Dit is een essentieel onderdeel van de procedure en voorkomt discussies met aandeelhouders of de Belastingdienst.
De AvA beslist over de storting of terugbetaling van agio. Aandeelhouders stemmen over het voorstel en het besluit wordt opgenomen in de notulen. Zonder dit formele besluit kan een storting of terugbetaling later ongeldig worden verklaard of zelfs fiscale sancties opleveren.
Van elke agiostorting of terugbetaling moeten notulen worden opgesteld. Hierin staat duidelijk vermeld welk bedrag wordt gestort of uitgekeerd, wie deelneemt en hoe de verdeling plaatsvindt. Een notariële akte is niet altijd nodig, behalve wanneer de statuten moeten worden aangepast, bijvoorbeeld bij verlaging van de nominale waarde van aandelen. In dat geval is een statutenwijziging vereist, die notarieel moet worden vastgelegd.
Een agiostorting kan voor aandeelhouders interessant zijn wanneer:
In al deze gevallen zorgt de agioreserve voor een sterkere balans en betere onderhandelingspositie richting banken of investeerders.
Niet elke situatie leidt tot een agioreserve. Soms komt juist het tegenovergestelde voor: disagio. Disagio ontstaat wanneer er een negatief verschil is tussen de nominale waarde en de uitgifteprijs van aandelen.
Disagio ontstaat wanneer een onderneming minder waard is dan de nominale waarde van haar aandelen. Stel dat een aandeel een nominale waarde van €1 heeft, maar investeerders slechts €0,50 willen betalen. Het verschil van €0,50 per aandeel wordt gezien als disagio.
Disagio betekent dat de uitgifteprijs van de aandelen lager is dan de nominale waarde. In de praktijk maakt dit het moeilijker om nieuw kapitaal aan te trekken, omdat beleggers geen vertrouwen hebben dat de onderneming de waarde van haar aandelen kan waarmaken.
Voor investeerders is disagio een duidelijk waarschuwingssignaal. Het wijst vaak op financiële problemen of een gebrek aan toekomstperspectief. Daarom zijn beleggers meestal niet bereid om te investeren in aandelen die minder waard zijn dan de nominale waarde. Bedrijven in deze positie moeten vaak hun balans herstructureren of externe financiers aantrekken om weer vertrouwen te winnen.
Een agioreserve is het bedrag dat aandeelhouders extra hebben gestort bovenop de nominale waarde van hun aandelen. Dit wordt geboekt als onderdeel van het eigen vermogen van de BV of NV.
Agio verschijnt op de balans als onderdeel van het eigen vermogen. Het geeft aan hoeveel aandeelhouders méér hebben betaald voor hun aandelen dan de nominale waarde.
Ja, maar een uitkering uit de agioreserve wordt in principe belast als winstuitkering (box 2, 26,9% in 2025). Alleen terugbetaling van het nominale aandelenkapitaal kan belastingvrij zijn.
Een lening omzetten in agio versterkt het eigen vermogen van de BV. Dit verlaagt de schuldpositie, vermindert rentelasten en kan de balans aantrekkelijker maken voor banken of investeerders.
Agio is in principe een vrije reserve, maar niet onbeperkt. Een uitkering vereist goedkeuring door de algemene vergadering en een uitkeringstest door het bestuur.
De agioreserve wordt berekend als het verschil tussen de uitgifteprijs van aandelen en de nominale waarde. Bijvoorbeeld: uitgifteprijs €10 – nominale waarde €1 = €9 agio per aandeel.
Agio betekent het bedrag dat boven de nominale waarde voor een aandeel is betaald. Het is dus de extra inbreng van aandeelhouders bovenop het aandelenkapitaal.
Een agiostorting moet altijd formeel worden goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders. Het is dus niet zomaar toegestaan zonder besluitvorming en notulen.
Agio versterkt het eigen vermogen zonder dat er nieuwe aandelen hoeven te worden uitgegeven. Voor de DGA kan het interessant zijn om privéspaargeld in de BV te storten, omdat dit fiscaal gunstig kan zijn.
Agio terugbetalen gebeurt via een besluit van de algemene vergadering en na een uitkeringstest door het bestuur. De terugbetaling is meestal belast in box 2, tenzij het gaat om een terugbetaling van nominaal aandelenkapitaal.
In de jaarrekening staat agio als onderdeel van het eigen vermogen op de balans. Het laat zien welk bedrag aandeelhouders méér hebben ingebracht dan de nominale waarde van hun aandelen.
Een agioreserve is meer dan alleen een technisch begrip in de jaarrekening: het is een krachtig instrument om het eigen vermogen van een onderneming te versterken en flexibiliteit te creëren voor aandeelhouders. Door agio slim te gebruiken, kan een BV of NV kapitaal aantrekken, schulden omzetten in eigen vermogen en de balans aantrekkelijker maken voor banken en investeerders.
Toch zitten er ook fiscale haken en ogen aan. Een agioterugbetaling wordt meestal belast in box 2 tegen 26,9% in 2025, tenzij het gaat om een terugbetaling van nominaal kapitaal. Voor elke storting of terugbetaling zijn bovendien formele stappen nodig: goedkeuring door de algemene vergadering en een uitkeringstest door het bestuur.
Vraag je je af of een agiostorting of terugbetaling voor jouw onderneming fiscaal slim is? Of wil je weten hoe je een agioreserve optimaal kunt benutten zonder tegenvallers bij de Belastingdienst?
👉 Plan nu een gratis checkgesprek via Belastingscan.nl. In 15 minuten krijg je inzicht in:
Laat je goed adviseren en voorkom dat je kansen laat liggen.