Krijg je aandelen of opties van je werkgever? Ontdek hoe belasting in 2025 werkt bij box 1, box 2 en box 3. Inclusief nieuwe regeling voor 2025.
Steeds meer werkgevers gebruiken aandelen of aandelenopties om medewerkers te belonen en te binden. Vooral bij startups en scale-ups, waar cash vaak schaars is, zijn aandelenregelingen een manier om talent aan te trekken en te behouden. Voor start ups zijn er bovendien specifieke regelingen en wetswijzigingen die het aantrekkelijker maken om personeel aan te trekken met aandelenopties. Aandelenregelingen spelen daarnaast een belangrijke rol bij de financiering van jonge bedrijven. In veel gevallen worden aandelen of opties aan werknemers verstrekt als onderdeel van beloningsregelingen. Maar ook bij beursgenoteerde bedrijven worden aandelenpakketten gebruikt als extra beloning voor top- en sleutelposities.
Sinds 1 januari 2023 geldt een nieuwe regeling voor aandelenopties. Werknemers mogen het moment waarop belasting verschuldigd is, in sommige gevallen uitstellen. Dit maakt aandelenopties aantrekkelijker dan voorheen, maar ook complexer. Daarom is het belangrijk om te weten hoe de belasting werkt, welke keuzes je hebt, en wat de gevolgen zijn voor jouw netto voordeel.
Aandelen krijgen van je werkgever klinkt aantrekkelijk, maar het kan verschillende vormen aannemen. Soms gaat het om daadwerkelijke aandelen, soms om opties of rechten die later kunnen worden omgezet in aandelen of een geldbedrag. Het verkrijgen van aandelen of opties wordt altijd vastgelegd in een overeenkomst tussen werkgever en werknemer. Afhankelijk van de gekozen vorm kunnen werknemers verschillende werknemer rechten krijgen, zoals stemrecht, recht op dividend of het delen in de waardestijging van het bedrijf. Elke vorm heeft eigen juridische en fiscale gevolgen.
Deze instrumenten vallen allemaal onder de noemer werknemersparticipatie, maar verschillen in eigendom, zeggenschap en belasting.
Krijgt een werknemer daadwerkelijk aandelen, dan wordt hij mede-eigenaar van de onderneming, inclusief stemrecht en mogelijk dividend.
Bij niet-verhandelbare aandelen of certificaten heeft de werknemer economisch belang (recht op dividend en waardestijging), maar vaak geen stemrecht. Houders van certificaten zijn economisch eigenaar, maar niet altijd juridisch eigenaar van de aandelen. De nieuwe regeling sinds 2023 maakt het eenvoudiger om belastingheffing uit te stellen zolang de aandelen niet verkoopbaar zijn.
Voor werkgevers zijn aandelenpakketten een krachtig instrument:
Bij startups en scale-ups is dit een veelgebruikte methode om talent aan te trekken zonder de kaspositie te belasten.
Tot 2023 golden strikte regels voor de belasting van aandelenopties: werknemers moesten direct belasting betalen op het moment dat de optie werd uitgeoefend, ook als de aandelen niet verkoopbaar waren. Dit zorgde vaak voor liquiditeitsproblemen: er moest belasting betaald worden zonder dat er geld beschikbaar was.
Sinds 1 januari 2023 is dit veranderd, waardoor aandelenopties aantrekkelijker zijn geworden als werknemersbeloning. Het uitstellen van het heffingsmoment is nu mogelijk, maar alleen onder bepaalde voorwaarden.
Met de nieuwe regeling kan het heffingsmoment worden uitgesteld als de aandelen na uitoefening nog niet verhandelbaar zijn. De belasting wordt dan pas geheven wanneer de aandelen wel verhandelbaar zijn, bijvoorbeeld bij een beursgang of bij verkoop.
Dit voorkomt dat werknemers belasting moeten betalen over een papieren waarde zonder dat ze liquiditeit hebben.
Bij het kiezen voor uitstel van het heffingsmoment moet er rekening gehouden worden met zowel fiscale als praktische aspecten, zodat optimaal gebruik wordt gemaakt van de regeling.
Werknemers kunnen ook schriftelijk kiezen om het oude regime te volgen: belastingheffing direct bij uitoefening van de optie. Hierbij kiest de werknemer tussen het oude en het nieuwe regime. De keuze schriftelijk vastleggen is verplicht; de werknemer kiest en deze keuze moet expliciet en schriftelijk worden opgenomen in de administratie. Dit kan gunstig zijn als de werknemer verwacht dat de waarde van de aandelen later veel hoger zal zijn.
De keuze moet altijd schriftelijk worden vastgelegd, zodat zowel werkgever als Belastingdienst duidelijkheid hebben.
Voor beursgenoteerde bedrijven geldt dat een verkooprestrictie maximaal vijf jaar mag duren na de beursgang. Na die periode moet de werknemer zijn aandelen kunnen verkopen en wordt de belasting alsnog geheven.
Dit zorgt voor een balans: enerzijds flexibiliteit voor werknemers, anderzijds zekerheid voor de Belastingdienst dat belastingheffing niet onbeperkt wordt uitgesteld.
Aandelenopties worden in Nederland gezien als een vorm van loon in natura. Dat betekent dat ze belast worden zodra de werknemer het voordeel geniet. Afhankelijk van de situatie kunnen verschillende belastingen van toepassing zijn op aandelenopties, zoals loonbelasting en dividendbelasting. Er zijn duidelijke regels voor het heffingsmoment, de berekening van het belastbaar inkomen en de rol van de werkgever.
De belasting wordt geheven op het moment dat de werknemer ervoor kiest zijn recht om aandelen te kopen daadwerkelijk uitoefent (het aandeel koopt tegen de uitoefenprijs) of de optie vervreemdt (bijvoorbeeld verkoopt of overdraagt). Het uitoefenen van de optie is dus het activeren van het recht om aandelen te kopen, wat van belang is voor het bepalen van het heffingsmoment.
Met de nieuwe regeling kan dit moment, in geval van niet-verhandelbare aandelen, worden uitgesteld tot het moment dat de aandelen wél verhandelbaar zijn.
Het belastbaar inkomen uit aandelenopties is gelijk aan:
Waarde aandelen op heffingsmoment – uitoefenprijs
De optie kan worden uitgeoefend tegen een vooraf bepaalde prijs, de zogenaamde uitoefenprijs. De marktwaarde van de aandelen op het heffingsmoment is bepalend voor de belastingheffing. Het voordeel wordt bepaald door de waarde van de onderliggende aandelen op het moment van uitoefening. Daarnaast heeft het percentage aandelen dat u bezit invloed op de fiscale behandeling.
Voorbeeld:
Dit bedrag wordt opgeteld bij het belastbare loon in box 1 en belast tegen het progressieve tarief (tot 49,5% in 2025).
De werkgever is verplicht om loonbelasting in te houden over het voordeel uit aandelenopties. Dit geldt ook als de werknemer inmiddels uit dienst is.
Dit kan betekenen dat de werkgever afspraken moet maken over hoe de belasting wordt voldaan – bijvoorbeeld door aandelen in te houden of door de werknemer verplicht een deel van de aandelen direct te verkopen.
Wanneer een werknemer door aandelenopties of toekenning van aandelen 5% of meer van de aandelen in een onderneming bezit, ontstaat er een aanmerkelijk belang (AB). In dit geval wordt de werknemer formeel aandeelhouder van de onderneming. Dit brengt een andere fiscale behandeling met zich mee dan bij kleine belangen.
Met een aanmerkelijk belang vallen alle voordelen uit de aandelen (zoals dividend of verkoopwinst) in box 2 van de inkomstenbelasting. Dit geldt ook als het aandelenpakket via een optieconstructie is verkregen.
In 2025 gelden twee schijven voor box 2:
Dit betekent dat hogere voordelen zwaarder belast worden. Voor werknemers met een groot aandelenpakket kan dit een aanzienlijk verschil maken ten opzichte van box 1-heffing.
Bij dividenduitkeringen wordt doorgaans 15% dividendbelasting ingehouden door de vennootschap. Deze mag worden verrekend met de box 2-heffing in de aangifte inkomstenbelasting.
Voorbeeld: Ontvang je €10.000 dividend, dan wordt €1.500 ingehouden. Uiteindelijk betaal je in box 2 het toepasselijke tarief, waarbij de reeds ingehouden dividendbelasting in mindering wordt gebracht.
Wanneer een werknemer minder dan 5% van de aandelen in een onderneming bezit, is er géén sprake van een aanmerkelijk belang. In dat geval vallen de aandelen in box 3 van de inkomstenbelasting: het vermogen.
De waarde van de aandelen wordt bij je totale vermogen opgeteld. Hierover betaal je jaarlijks belasting op basis van een fictief rendement, dat varieert afhankelijk van de hoogte van je vermogen en de vermogensmix.
Iedere belastingplichtige heeft recht op een heffingsvrij vermogen van €57.000 in 2025 (of €114.000 met fiscaal partner). Pas wanneer je totale vermogen (spaargeld, beleggingen en aandelen samen) boven dit bedrag uitkomt, betaal je belasting in box 3.
Belangrijk onderscheid:
Hierdoor zijn RSU’s en SAR’s fiscaal vaak aantrekkelijker dan het direct verkrijgen van kleine aandelenpakketten.
Steeds meer bedrijven zetten aandelen of aandelenopties in om medewerkers te belonen en langdurig aan zich te binden. Dit wordt ook wel werknemersparticipatie genoemd. Via bepaalde regelingen, zoals medewerkersparticipatieplannen, kunnen werknemers aandelen kopen, vaak tegen een gereduceerde prijs of onder gunstige voorwaarden. Het idee: medewerkers profiteren mee van de waardeontwikkeling van het bedrijf, waardoor hun motivatie en betrokkenheid toenemen.
In Nederland biedt ongeveer 17% van de bedrijven een vorm van medewerkersparticipatie aan. Dit levert voordelen op:
Voor startups en scale-ups is het lastig om hoge salarissen te betalen door de beperkte cashflow. Aandelenopties en RSU’s zijn daar een veelgebruikt alternatief:
Niet elk bedrijf wil direct aandelen uitgeven aan werknemers. Alternatieven zijn:
Zo zijn er verschillende manieren om medewerkers financieel te laten participeren, zonder de controle over de onderneming te verliezen.
Startups hebben vaak grote plannen maar beperkte cashflow. Het betalen van hoge salarissen is in de beginfase meestal niet haalbaar. Daarom overweegt een startup vaak om aandelen of aandelenopties als alternatief beloningsinstrument in te zetten.
Startups concurreren met grotere bedrijven om talent. Door aandelenopties aan te bieden, kunnen ze medewerkers lokken met de belofte van een toekomstig financieel voordeel.
In plaats van hoge salarissen in cash, geven startups opties of aandelenpakketten.
De aanpassing van het aandelenoptieregime in 2023 maakt het aantrekkelijker voor startups om aandelenopties te verstrekken, omdat de belastingheffing kan worden uitgesteld tot het moment dat de aandelen verhandelbaar zijn.
Wel is het belangrijk duidelijke afspraken te maken:
Duidelijke contracten voorkomen onduidelijkheid en zorgen dat medewerkers én werkgevers weten waar ze aan toe zijn.
Steeds vaker werken medewerkers in een internationale context, bijvoorbeeld bij multinationals of grensoverschrijdende startups. Ook bij het toekennen van aandelenopties spelen dan specifieke fiscale regels een rol.
De wijzigingen in het aandelenoptieregime per 1 januari 2023 gelden ook voor werknemers die grensoverschrijdend werken. Dit betekent dat het moment van belastingheffing – bij uitoefening of wanneer aandelen verhandelbaar worden – hetzelfde is, ongeacht of een werknemer deels in Nederland of deels in het buitenland werkt.
Voor buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland werken kan de 30%-regeling van toepassing zijn. In dat geval kan een deel van het inkomen uit aandelenopties onder gunstigere fiscale voorwaarden vallen. Dit kan de netto-uitkomst voor expats aanzienlijk verbeteren.
Voor werkgevers betekent dit dat zij goed moeten bijhouden:
Internationale aandelenopties vragen dus om nauwe samenwerking tussen HR, salarisadministratie en fiscalisten.
Aandelen en aandelenopties lijken een aantrekkelijke beloning, maar ze brengen altijd fiscale gevolgen met zich mee. Zowel werkgevers als werknemers moeten rekening houden met belastingheffing en de juiste administratieve verwerking.
De werkgever is verplicht om bij de uitoefening of vervreemding van aandelenopties loonbelasting in te houden. Dit geldt ook als de werknemer inmiddels uit dienst is. Dit kan leiden tot situaties waarin de werkgever afspraken moet maken over de verrekening van de belasting, bijvoorbeeld door aandelen of cash in te houden.
Voor werknemers telt het voordeel uit aandelenopties mee als inkomen in box 1 (of in box 2 bij aanmerkelijk belang, of in box 3 bij kleine belangen). Bij de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting kan een werknemer te veel of te weinig ingehouden belasting corrigeren. Dit is vooral relevant bij internationale situaties of bij toepassing van de nieuwe uitstelregeling.
Voordelen:
Nadelen:
Ja. Aandelen en aandelenopties worden gezien als loon. Je betaalt belasting bij uitoefening, verkoop of uitkering, afhankelijk van de regeling.
Aandelenopties worden belast in box 1 als loon. Het belastbaar voordeel is de waarde van het aandeel op het heffingsmoment minus de uitoefenprijs.
RSU’s (Restricted Stock Units) zijn aandelen die werknemers na een vestingperiode krijgen. Ze zijn belast als loon op het moment dat ze worden toegekend of verhandelbaar worden.
Ja, dat kan. De schenking geldt fiscaal als loon en de werkgever moet hierover loonbelasting inhouden, tenzij sprake is van een andere fiscale constructie.
Het krijgen van aandelen of aandelenopties van je werkgever kan een waardevol onderdeel van je beloning zijn. Dankzij de nieuwe regeling sinds 2023 is het nu mogelijk om de belastingheffing uit te stellen zolang aandelen niet verhandelbaar zijn, wat vooral voor startups en scale-ups een groot voordeel is. Aandelenregelingen kunnen bovendien bijdragen aan het versterken van het kapitaal van de onderneming, doordat medewerkers via kapitaalparticipatie mede-eigenaar worden.
Toch is het belangrijk te beseffen dat aandelen altijd fiscale gevolgen hebben:
Daarnaast gelden er specifieke regels voor internationale werknemers, startups en alternatieve regelingen zoals RSU’s of SAR’s. Heldere afspraken en fiscale planning zijn daarom onmisbaar.
Krijg jij aandelen of opties van je werkgever en wil je zeker weten hoeveel je netto overhoudt? Of wil je als werkgever een medewerkersparticipatieplan opzetten zonder fiscale valkuilen?
👉 Plan dan een gratis checkgesprek. In 15 minuten krijg je persoonlijk advies over aandelen, opties en belasting, zodat jij de juiste keuzes maakt voor jouw situatie.