Particulier
Box 3
May 8, 2025

Vermogensbelasting 2024: belangrijke wijzigingen en tips

Ontdek alles over de vermogensbelasting van 2024: tarieven, regels en tips om goed voorbereid te zijn. Lees nu het artikel voor meer informatie!

De vermogensbelasting is een belasting op het vermogen van een persoon of rechtspersoon.

De Belastingdienst gaat ervan uit dat je een bepaald rendement haalt met je vermogen. Als je vermogen boven het heffingsvrije vermogen uitkomt, moet je belasting betalen. Je betaalt belasting over het veronderstelde rendement op je vermogen, niet over je vermogen zelf.

Wat is vermogensbelasting?

Vermogensbelasting is een belasting die wordt geheven over het vermogen van een persoon of een bedrijf. Dit vermogen kan bestaan uit verschillende bezittingen zoals spaargeld, beleggingen, onroerend goed en andere activa. In Nederland valt deze belasting onder box 3 van de aangifte inkomstenbelasting, vandaar dat het ook wel box 3-belasting wordt genoemd.

De belastingdienst gebruikt de waarde van je vermogen op 1 januari van elk jaar als basis voor de berekening. Dit betekent dat je belasting betaalt over het vermogen dat je op die datum bezit. Het is belangrijk om te weten dat de vermogensbelasting niet alleen over je totale vermogen wordt berekend, maar ook over het veronderstelde rendement dat je met dat vermogen behaalt.

Het begrijpen van de regels en uitzonderingen rondom de vermogensbelasting kan complex zijn. Daarom is het essentieel om goed op de hoogte te zijn van hoe de berekening werkt en welke mogelijkheden er zijn om je belastingdruk te verlagen. In de volgende secties zullen we dieper ingaan op de verschillende aspecten van de vermogensbelasting en hoe je deze kunt optimaliseren.

Veranderingen in de vermogensbelasting

Met ingang van 1 januari 2024 is de vermogensbelasting verder aangescherpt. Het belastingtarief in box 3 is gestegen van 32% naar 36%. Dit betekent dat je meer belasting betaalt over het belastbare rendement van je vermogen, zoals spaargeld en beleggingen. Deze verhoging is onderdeel van een reeks maatregelen om de belastingdruk evenwichtiger te verdelen en vermogen eerlijker te belasten.

Het heffingsvrije vermogen blijft in 2024 ongewijzigd op € 57.000 per persoon. Voor fiscale partners geldt een gezamenlijk heffingsvrij bedrag van € 114.000. Dit bedrag vormt de drempel; alleen het vermogen dat boven deze grens uitkomt, wordt belast. Bezittingen zoals spaargeld, overige bezittingen, en beursgenoteerde beleggingen vallen onder de berekening.

Deze wijzigingen zijn op 19 december 2023 goedgekeurd door de Eerste Kamer. De aanpassing maakt deel uit van een bredere hervorming van het belastingstelsel, waarbij wordt gestreefd naar een eerlijkere verdeling van de belastingdruk. Houd er rekening mee dat deze veranderingen invloed kunnen hebben op je totale vermogen en de belasting die je in 2024 moet betalen.

Heffingsvrij vermogen

Het heffingsvrij vermogen vormt de basis van de vermogensbelasting in box 3. In 2024 bedraagt dit € 57.000 per persoon. Dit betekent dat je tot dit bedrag aan spaargeld, beleggingen of andere bezittingen belastingvrij kunt hebben. Voor fiscale partners wordt dit bedrag verdubbeld, waardoor zij samen een heffingsvrij vermogen van € 114.000 hebben. Dit biedt fiscale voordelen voor stellen, omdat ze gezamenlijk een groter deel van hun vermogen buiten de belastingheffing kunnen houden.

Bezittingen en schulden

Bezittingen zoals spaargeld, aandelen, onroerend goed en overige beleggingen vallen in box 3. Schulden worden hiervan afgetrokken, maar er geldt een drempelbedrag van € 3.400 per persoon (voor fiscale partners € 6.800). Zorg ervoor dat je aftrekbare schulden, zoals leningen, correct opgeeft om je belastbare grondslag te verlagen.

Fictief rendement en vermogensrendementsheffing

Het fictieve rendement, dat door de Belastingdienst wordt gebruikt voor de berekening van de vermogensbelasting, is een benadering en kan afwijken van het werkelijk behaalde rendement. Dit verschil heeft geleid tot juridische procedures, zoals de uitspraak Hoge Raad, waarin werd geoordeeld dat het fictieve rendement niet altijd eerlijk is. Door groene beleggingen of andere fiscaal aantrekkelijke investeringen te kiezen, kun je mogelijk je belastingdruk verlagen.

Werkelijk rendement

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de box 3-heffing op basis van fictieve rendementen in strijd is met Europees recht, omdat dit niet altijd aansluit bij het daadwerkelijk behaalde rendement. Hierdoor is besloten dat de Belastingdienst vanaf 2027 een nieuw stelsel gaat hanteren waarbij het werkelijke rendement wordt belast in plaats van een fictief rendement. Dit betekent dat belastingplichtigen hun daadwerkelijk behaalde rendement op spaargeld, beleggingen en andere bezittingen moeten opgeven.

Voor de jaren 2023 tot en met 2026 geldt een tijdelijke oplossing, waarbij een nieuwe berekeningsmethode wordt toegepast die deels rekening houdt met het werkelijke rendement, maar nog steeds gebruikmaakt van geschatte percentages. Dit leidt tot een situatie waarin sommige belastingplichtigen aanvullende compensatie kunnen ontvangen, afhankelijk van hun specifieke omstandigheden. Het formulieren opgaaf werkelijke rendement wordt door de Belastingdienst gebruikt om het belastbare rendement beter in kaart te brengen. Dit is vooral belangrijk voor belastingplichtigen met hoge bezittingen of overige beleggingen, omdat zij hierdoor mogelijk minder belasting betalen.

Anti-misbruikbepaling

De wet bevat een anti-misbruikbepaling om te voorkomen dat belastingplichtigen strategisch gebruikmaken van de peildatum voor box 3-belasting, ook wel bekend als peildatumarbitrage. Dit gebeurt wanneer belastingplichtigen vlak vóór 1 januari – de officiële peildatum voor de vermogensbelasting – beleggingen of andere overige bezittingen met een hoog rendement verkopen en tijdelijk omzetten in bijvoorbeeld spaargeld of banktegoeden met een lager rendementspercentage. Na de peildatum worden deze tegoeden dan weer omgezet naar beleggingen.

Hoewel deze methode op korte termijn belastingvoordeel kan opleveren, is het door de wetgever beperkt om oneerlijke belastingvoordelen te voorkomen. De Belastingdienst berekent in dergelijke gevallen de vermogensbelasting alsnog tegen het spaartarief of hanteert aanvullende maatregelen, afhankelijk van de situatie. Dit betekent dat belastingplichtigen goed moeten nadenken over het optimaliseren van hun vermogen en investeringen, zonder risico te lopen op naheffingen of sancties vanuit de Belastingdienst.

Bezwaar maken

Het is belangrijk om te weten dat bezwaar maken tegen een box 3-heffing alleen mogelijk is wanneer je een definitieve aanslag hebt ontvangen. In de praktijk ontvangen veel belastingplichtigen echter eerst een voorlopige aanslag, waarbij de definitieve aanslag pas later door de Belastingdienst wordt verstuurd. Dit gebeurt meestal nadat belangrijke juridische uitspraken, zoals die van de Hoge Raad, zijn verwerkt in het beleid.

Als je van mening bent dat de berekening van je belasting betalen in box 3 onjuist is, bijvoorbeeld omdat je meent recht te hebben op aanvullend rechtsherstel, kun je een bezwaar indienen. Het bezwaarproces begint met het indienen van een formulier bij de Belastingdienst. Hierin geef je aan waarom je het niet eens bent met de belastingaanslag. Zorg ervoor dat je relevante documentatie en een gedetailleerde toelichting toevoegt om je bezwaar te onderbouwen.

Let op: Wanneer je bezwaar wilt maken, is het cruciaal om dit binnen de wettelijke termijn van zes weken te doen nadat je de definitieve aanslag hebt ontvangen. Te laat indienen kan leiden tot verlies van je bezwaarrecht.

Tarieven en vrijstellingen

In box 3 wordt de belasting berekend over je inkomen uit vermogen, zoals spaargeld, beleggingen, en andere bezittingen. De grondslag sparen en beleggen is het deel van je vermogen dat boven het heffingsvrije bedrag uitkomt. Dit bedrag bedraagt in 2024 € 57.000 per persoon en € 114.000 voor fiscale partners. Je betaalt alleen belasting over het deel van je vermogen dat deze grens overschrijdt.

Nieuwe berekening in Box 3

Vanaf 2023 hanteert de Belastingdienst een nieuwe berekeningsmethode waarbij het fictieve rendement wordt vastgesteld op basis van de werkelijke verdeling van je vermogen. Dit betekent dat de Belastingdienst onderscheid maakt tussen spaargeld, beleggingen en andere bezittingen, en hierop verschillende rendementspercentages toepast. In 2024 zijn de voorlopige rendementen vastgesteld op:

Spaargeld: 0,36%

Beleggingen: 6,17%

Overige bezittingen: 6,17%

De definitieve percentages worden pas na afloop van het jaar vastgesteld. Dit kan betekenen dat je bij de definitieve aanslag te maken krijgt met bijbetalingen of terugbetalingen.

Tarieven vermogensbelasting in 2024

Het tarief voor vermogensbelasting in 2024 is verhoogd naar 36%. Dit betekent dat je over het belastbare deel van je vermogen 36% belasting betaalt, na aftrek van het heffingsvrije vermogen. Voor mensen met groene beleggingen geldt een vrijstelling tot een bepaald bedrag, wat hen helpt hun belastingdruk te verlagen.

Vrijstellingen en compensatie

Naast het heffingsvrije vermogen zijn er vrijstellingen voor specifieke situaties, zoals:

Groene beleggingen: Vrijgesteld tot een bepaald bedrag, inclusief een extra heffingskorting.

Aftrekbare schulden: Schulden die in mindering worden gebracht op je vermogen.

Compensatie na bezwaar: Als je eerder bezwaar hebt gemaakt tegen de oude box 3-heffing op basis van fictieve rendementen, kun je in aanmerking komen voor aanvullend rechtsherstel.

Deze wijzigingen in de berekening en tarieven maken het essentieel om je financiële situatie goed te beoordelen. Het loont om te kijken naar optimalisatiestrategieën, zoals het spreiden van je vermogen of het investeren in vrijgestelde producten, om je belastingdruk te verlagen.

Compensatie voor box 3 belasting

In juni 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook de nieuwe rekenmethode van box 3 in strijd is met de wet. Dit betekent dat de Belastingdienst voortaan alleen het werkelijke rendement op vermogen mag belasten en niet langer mag uitgaan van een fictief rendement. Dit is een belangrijke uitspraak voor belastingplichtigen met spaargeld, beleggingen en andere bezittingen, omdat zij mogelijk te veel belasting hebben betaald.

Door deze uitspraak komen 2,6 miljoen Nederlanders in aanmerking voor aanvullend rechtsherstel. Dit betekent dat zij een compensatie kunnen krijgen als blijkt dat zij in het verleden te veel belasting hebben betaald over hun vermogen. De Belastingdienst werkt momenteel aan een nieuw systeem om deze compensatie te berekenen en toe te passen.

Het aanvullend rechtsherstel geldt voor belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt tegen hun belasting betalen in box 3, maar kan in sommige gevallen ook worden toegepast op anderen. De exacte uitvoering en definitieve percentages worden nog vastgesteld, en de Belastingdienst zal hierover in de loop van 2024 en 2025 meer duidelijkheid geven.

Heb je vermogen in box 3 en denk je recht te hebben op compensatie? Dan is het verstandig om je belastingaanslagen goed te controleren en bij twijfel juridisch advies in te winnen.

Hoe werkt box 3 vanaf 2027?

Vanaf 2027 zal de manier waarop box 3 wordt belast ingrijpend veranderen. De Belastingdienst gaat dan volledig over op een nieuw stelsel, waarin alleen het werkelijke rendement op spaargeld, beleggingen en overige bezittingen wordt belast. Dit betekent dat belastingplichtigen niet langer een fictief rendement opgelegd krijgen, maar enkel belasting betalen over de daadwerkelijk behaalde inkomsten uit hun vermogen.

Onder het nieuwe systeem moet je bij je aangifte inkomstenbelasting jaarlijks de daadwerkelijk ontvangen rente, dividend, huurinkomsten en eventuele waardestijgingen van je beleggingen opgeven. Dit geldt ook voor het rendement op beursgenoteerde beleggingen en andere investeringen. De belastingdienst werkt momenteel aan de implementatie van dit systeem, waarbij gekeken wordt hoe de berekening van het werkelijke rendement het best kan worden toegepast.

Een van de grootste veranderingen is dat het totaal vermogen op een andere manier wordt belast. Dit betekent dat de belastingdruk voor sommige mensen fors kan veranderen, afhankelijk van de grondslag sparen en beleggen. Mensen met veel spaargeld kunnen profiteren van een lagere belastingdruk, terwijl mensen met beleggingen en overige bezittingen mogelijk meer belasting moeten betalen als hun rendement hoog is.

Omdat de definitieve wetgeving voor dit nieuwe stelsel nog in ontwikkeling is, kunnen er tot 2027 nog wijzigingen en aanpassingen plaatsvinden. Belastingplichtigen wordt aangeraden om op de hoogte te blijven van de nieuwe regels en zich hierop voor te bereiden, bijvoorbeeld door hun vermogen strategisch te verdelen of fiscale advies in te winnen.

Tips om je vermogensbelasting te verlagen

Het verlagen van je belastingdruk in box 3 vereist een slimme aanpak van je vermogen. Door gebruik te maken van verschillende fiscale regelingen en vrijstellingen kun je voorkomen dat je onnodig veel belasting betaalt over je spaargeld, beleggingen en overige bezittingen. Hier zijn enkele praktische tips om je vermogensbelasting te verlagen:

Controleer je vermogen voor box 3 en onderscheid tussen privé en zakelijk vermogen

Het is belangrijk om te bepalen welk deel van je vermogen in box 3 valt en of bepaalde bedragen als zakelijk vermogen kunnen worden aangemerkt. Zakelijk vermogen valt namelijk onder andere belastingregels en wordt niet op dezelfde manier belast als privévermogen.

Check of je grootaandeelhouder bent van een bv of nv en welke beleggingsopties gunstiger zijn

Als je een aanmerkelijk belang hebt in een vennootschap (bv of nv), kan het voordeliger zijn om vermogen in de onderneming te laten zitten in plaats van het als privévermogen te bezitten. Het rendement uit vermogen in box 3 wordt momenteel vaak hoger belast dan dividendinkomsten uit een vennootschap.

Maak optimaal gebruik van de belastingschijven en tarieven voor de inkomstenbelasting

Door slim gebruik te maken van de belastingtarieven en vrijstellingen, kun je je belastingdruk verlagen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om vermogen strategisch over fiscale partners te verdelen, zodat je optimaal profiteert van het heffingsvrij vermogen.

Overweeg je vermogen te diversifiëren om de risico’s én belastingdruk te beperken

Door je vermogen te spreiden over verschillende soorten bezittingen, zoals spaargeld, vastgoed en beleggingen, kun je profiteren van de laagste belastingtarieven in box 3. Bijvoorbeeld, spaargeld wordt tegen een lager percentage belast dan beleggingen, dus een juiste balans tussen verschillende vermogenscategorieën kan belastingvoordeel opleveren.

Investeer in groene beleggingen voor fiscale voordelen

Groene beleggingen vallen vaak onder speciale fiscale regelingen en zijn in veel gevallen vrijgesteld van vermogensbelasting tot een bepaald bedrag. Daarnaast kun je een extra heffingskorting ontvangen voor investeringen in duurzame projecten. Dit kan zowel financieel als maatschappelijk aantrekkelijk zijn.

Door deze strategieën slim toe te passen, kun je je vermogensbelasting minimaliseren en optimaal profiteren van de fiscale mogelijkheden binnen box 3.

Voorbeeldberekening box 3 voor 2024

Voorbeeldberekening box 3 voor 2024: Hoeveel belasting betaal je?

Je hebt samen met je fiscale partner het volgende vermogen:

Vermogenscategorie

Bedrag

Forfaitair rendement

Berekening rendement

Spaargeld

€ 200.000

0,36%

€ 200.000 × 0,36% = € 720

Beleggingen

€ 100.000

6,17%

€ 100.000 × 6,17% = € 6.170

Totaal vermogen

€ 300.000

-

€ 6.890 belastbaar rendement

Stap 1: Heffingsvrij vermogen

Heffingsvrij per persoon: € 57.000

Gezamenlijk heffingsvrij vermogen (fiscale partners): € 114.000

Belastbaar vermogen = € 300.000 - € 114.000 = € 186.000

Stap 2: Belasting berekenen

Belastbaar rendement = € 6.890

Belastingtarief box 3 (2024) = 36%

Te betalen belasting = € 6.890 × 36% = € 2.480

Eindresultaat: Je betaalt in 2024 € 2.480 vermogensbelasting over je totale vermogen van € 300.000.

Tip om minder belasting te betalen:
  • Investeer in groene beleggingen (gedeeltelijk vrijgesteld).
  • Spreid je vermogen strategisch over spaargeld en beleggingen.
  • Houd rekening met wijzigingen in box 3 vanaf 2027.

Peildatum

De peildatum voor de vermogensbelasting in box 3 is 1 januari van het belastingjaar. Dit betekent dat de Belastingdienst kijkt naar het vermogen dat je had op 1 januari van dat jaar, ongeacht wat er in de rest van het jaar met je vermogen gebeurt.

Voorbeeld peildatum:
  • In 2025 doe je belastingaangifte over 2024.
  • De Belastingdienst bepaalt je belastbare vermogen op basis van je financiële situatie op 1 januari 2024.
  • Eventuele wijzigingen in je spaargeld of beleggingen ná die datum hebben geen invloed op de belasting die je over 2024 moet betalen.

Tip: Als je vóór 1 januari je vermogen strategisch spreidt of investeert in groene beleggingen of andere vrijstellingen, kan dit invloed hebben op je belasting betalen in box 3.

Arbitrageperiode

Sommige belastingplichtigen proberen slim gebruik te maken van de peildatum door hun vermogen strategisch te herverdelen vlak voor 1 januari. Dit wordt peildatumarbitrage genoemd.

Hoe werkt het?

1. Vlak vóór de peildatum (1 januari) verkoop je overige bezittingen zoals beleggingen met een hoog rendementspercentage.

2. Dit geld zet je tijdelijk om in banktegoeden (spaargeld), die tegen een lager rendementspercentage worden belast.

3. Ná 1 januari koop je de beleggingen weer terug.

Waarom doen mensen dit?

Overige bezittingen en beleggingen worden in box 3 tegen een hoger forfaitair rendement belast dan spaargeld. Door tijdelijk beleggingen om te zetten in spaargeld, betaal je minder belasting over je vermogen.

Let op: De Belastingdienst ziet peildatumarbitrage als belastingontwijking en kan correcties toepassen. Dit is onderdeel van de anti-misbruikbepaling binnen de wetgeving. Zorg er daarom voor dat wijzigingen in je vermogen goed onderbouwd en legitiem zijn.

Belasting op een tweede woning

Een tweede woning wordt in Nederland belast in box 3 van de inkomstenbelasting. De waarde van de woning wordt meegenomen in de berekening van je vermogen, en je betaalt belasting over het deel dat boven het heffingsvrije bedrag uitkomt.

Het belastbare bedrag wordt vastgesteld op basis van de WOZ-waarde van de woning per 1 januari van het belastingjaar. Hierop wordt een forfaitair rendement berekend, wat kan verschillen van het werkelijke rendement dat je behaalt. De hoogte van de belasting die je betaalt, hangt af van dit rendement en de toepasselijke tarieven voor box 3.

Het hebben van een tweede woning kan fiscaal aantrekkelijk zijn als je het goed beheert, maar brengt ook hogere kosten met zich mee, zoals vermogensbelasting. Overweeg daarom altijd de financiële impact en mogelijke aftrekposten als je in een tweede woning investeert.

Wil jij weten of je belastingvoordeel misloopt? Doe binnen 5 minuten de Belastingscan en ontdek hoeveel jij kunt besparen.

Meer blogs