Ontdek hoe je in 2024 belastingvrij kunt sparen en profiteer van belastingvoordelen. Lees meer over slimme spaartips en mogelijkheden!
Sparen zonder belasting te betalen? In 2024 kan dat tot een flink bedrag. De Belastingdienst hanteert een heffingsvrij vermogen van maar liefst € 57.000 per persoon – en € 114.000 voor fiscale partners. Alles daarboven? Dat valt in box 3 van de inkomstenbelasting en kan dus belast worden op basis van een fictief rendement. Toch zijn er slimme manieren om belasting te besparen, zoals groen sparen of het benutten van de fiscale partnerschapsregels.
In dit artikel leggen we uit hoe de vermogensrendementsheffing werkt, wat de peildatum 1 januari betekent voor je spaargeld en hoe je optimaal gebruikmaakt van vrijstellingen. Ook vertellen we wat de recente uitspraken van de Hoge Raad betekenen voor jouw belastingpositie. Zo weet je precies hoeveel spaargeld belastingvrij is én hoe je slim met je vermogen omgaat in 2024.
In 2024 mag je als particulier tot € 57.000 belastingvrij sparen. Heb je een fiscale partner? Dan mag je samen zelfs € 114.000 aan vermogen bezitten zonder daar belasting over te betalen. Dit bedrag geldt als het heffingsvrije vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting.
Let op: je vermogen bestaat niet alleen uit spaargeld. Ook beleggingen, een tweede woning (zoals een vakantiehuis), en andere bezittingen tellen mee. Daarentegen mag je eventuele aftrekbare schulden van je bezittingen aftrekken om zo je belastbare vermogen te bepalen. Je betaalt pas belasting over het bedrag dat boven het heffingsvrije vermogen uitkomt.
De vermogensbelasting is een belasting die je betaalt over je vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting. Het gaat hierbij om het bedrag aan vermogen dat je bezit boven het heffingsvrije vermogen.
Je vermogen wordt berekend door de waarde van je bezittingen – zoals spaargeld, beleggingen en vastgoed (niet je eigen woning) – bij elkaar op te tellen, en daar vervolgens je aftrekbare schulden van af te trekken. In 2024 betaal je alleen belasting over het deel dat boven de grens van € 57.000 per persoon of € 114.000 voor fiscale partners uitkomt.
Op dit moment wordt de belasting nog berekend op basis van een fictief rendement, maar vanaf 2028 verandert dit. Dan ga je belasting betalen over het werkelijke rendement dat je met je vermogen behaalt – bijvoorbeeld uit rente, huur of koerswinst. Deze wijziging is het gevolg van het zogenaamde kerstarrest van de Hoge Raad, waarin werd geoordeeld dat de oude methode niet eerlijk was.
De vermogensrendementsheffing is de belasting die je betaalt over het rendement dat je verondersteld wordt te behalen met je vermogen. In plaats van uit te gaan van het daadwerkelijke rendement, rekent de Belastingdienst tot en met 2026 met een fictief rendement: een schatting van wat je zou kunnen verdienen met spaargeld, beleggingen en overige bezittingen.
In 2024 werkt de berekening als volgt:
De uitkomst van deze berekening is je belastbaar rendement. Hierover betaal je in 2024 36% belasting.
Deze methode blijft voorlopig van kracht totdat in 2028 het nieuwe systeem op basis van werkelijk rendement wordt ingevoerd. Dan wordt de belasting berekend op basis van je daadwerkelijke inkomsten uit vermogen, zoals rente, huur of koerswinst.
Het heffingsvrij vermogen is het deel van je vermogen waarover je in box 3 geen belasting hoeft te betalen. Dit bedrag fungeert als een soort vrijstelling: alleen het vermogen boven deze grens wordt belast.
Voor het belastingjaar 2024 gelden de volgende bedragen:
Heb je bijvoorbeeld € 70.000 aan spaargeld en beleggingen, dan wordt alleen het bedrag boven de € 57.000 – dus € 13.000 – belast in box 3. Kom je onder het heffingsvrije vermogen? Dan betaal je helemaal geen vermogensbelasting.
Let op: het heffingsvrij vermogen wordt jaarlijks aangepast. Controleer dus elk jaar opnieuw hoeveel je belastingvrij mag sparen.
In 2025 blijft het heffingsvrij vermogen ongewijzigd ten opzichte van 2024. Dat betekent dat je tot € 57.000 per persoon en € 114.000 met een fiscale partner belastingvrij kunt sparen. Pas vanaf 2026 wordt dit bedrag verlaagd naar € 51.396 per persoon, zoals aangekondigd in de Voorjaarsnota 2025 .
De grondslag sparen en beleggen is het bedrag waarover je belasting betaalt in box 3. Dit wordt berekend door de waarde van je bezittingen op 1 januari (zoals spaargeld, beleggingen en een tweede woning) op te tellen, en daar vervolgens je aftrekbare schulden vanaf te trekken. Wat overblijft, is de grondslag waarover je een fictief rendement wordt toegerekend.
De Belastingdienst gebruikt hiervoor niet je werkelijke rendement, maar hanteert vaste rendementspercentages op basis van de soort bezitting (bijv. 1,03% voor spaargeld en 6,17% voor beleggingen in 2024). Dit systeem verandert in de toekomst: vanaf 2028 betaal je belasting over het werkelijke rendement dat je behaalt.
De grondslag sparen en beleggen wordt verminderd met het heffingsvrije vermogen (bijvoorbeeld € 57.000 per persoon in 2024 en 2025). Pas over het bedrag boven die vrijstelling wordt vermogensbelasting berekend.
De grondslag sparen en beleggen wordt berekend door uw bezittingen en schulden op 1 januari van het jaar waarover u aangifte doet, te tellen. Uw bezittingen omvatten uw spaargeld, beleggingen en overige bezittingen. Uw schulden zijn de bedragen die u moet aftrekken van uw bezittingen. De Belastingdienst werkt met een peildatum van 1 januari. Het vermogen dat u op 1 januari bezit, telt mee voor de berekening. Krijgt u net in december een groot bedrag gestort? Dan kan het zijn dat u daardoor (meer) belasting betaalt. Zelfs als u dit bedrag op 3 januari weer uitgeeft.
Fiscale partners zijn personen die samen als één belastingplichtige worden beschouwd voor bepaalde onderdelen van de aangifte inkomstenbelasting. Dit betekent dat zij hun inkomen, aftrekposten en vermogen onderling mogen verdelen, wat vaak belastingvoordeel oplevert. Fiscale partners zijn bijvoorbeeld getrouwde stellen, geregistreerde partners of mensen die samen een notarieel samenlevingscontract hebben. Ook als je samen een kind hebt of samen eigenaar bent van een woning, kun je fiscaal partner zijn.
Fiscale partners hebben recht op een verhoogd heffingsvrij vermogen. Waar individuen in 2024 tot € 57.000 belastingvrij mogen sparen, geldt voor fiscale partners samen een vrijstelling van € 114.000. Dit betekent dat je als stel over een groter vermogen geen belasting hoeft te betalen in box 3.
Als jij en je fiscale partner samen sparen, mag je het heffingsvrije vermogen verdubbelen. In 2024 betekent dit dat jullie samen tot € 114.000 belastingvrij mogen aanhouden. Heb je meer vermogen dan dit bedrag? Dan betaal je alleen belasting over het meerdere. De Belastingdienst gebruikt een fictief rendement om je belastbare inkomen te berekenen. Over dit fictieve rendement betaal je 36% belasting. Door slim gebruik te maken van jullie gezamenlijke vrijstelling kun je flink besparen op de vermogensbelasting.
Fictief rendement is het veronderstelde rendement dat je zou behalen op je vermogen, ongeacht het daadwerkelijke resultaat. De Belastingdienst gebruikt dit fictieve rendement om te bepalen hoeveel vermogensbelasting je moet betalen. Dit gebeurt omdat het moeilijk is om bij iedereen het werkelijke rendement nauwkeurig vast te stellen. Sinds het kerstarrest van de Hoge Raad mag het fictieve rendement echter niet hoger zijn dan wat je werkelijk hebt verdiend — bijvoorbeeld aan rente, dividend of koerswinst.
De Belastingdienst verdeelt je vermogen in categorieën: spaargeld, beleggingen en schulden. Voor elk van deze categorieën hanteert de fiscus een apart percentage. Deze percentages zijn gebaseerd op historische rendementen en verwachtingen. Voor 2024 zijn de voorlopige fictieve rendementen als volgt:
Je totale fictieve rendement wordt berekend op basis van de verhouding tussen je spaargeld, beleggingen en schulden op de peildatum van 1 januari. Vervolgens betaal je 36% belasting over het deel van dat rendement dat boven het heffingsvrije vermogen uitkomt.
Belastbaar rendement is het bedrag aan rendement over je vermogen waarover je belasting betaalt in box 3. Dit rendement wordt niet per se gebaseerd op wat je daadwerkelijk hebt verdiend, maar op een fictieve verdeling van je vermogen, tenzij je kunt aantonen dat je werkelijke rendement lager was. In dat geval kun je kiezen voor belastingheffing op basis van het werkelijke rendement via de zogenoemde tegenbewijsregeling.
De Belastingdienst berekent het belastbaar rendement door eerst je vermogen op 1 januari van het belastingjaar vast te stellen: bezittingen min schulden. Daarvan wordt het heffingsvrije vermogen afgetrokken. Het resterende bedrag wordt verdeeld over drie vermogenscategorieën (spaargeld, beleggingen en schulden), waarop per categorie een fictief rendement wordt toegepast.
De som van deze rendementen vormt je belastbaar rendement, waarover je vervolgens 36% belasting betaalt in 2024. Vanaf 2028 wil de Belastingdienst volledig overstappen naar een systeem dat uitgaat van het werkelijke rendement. Tot die tijd geldt het huidige systeem met fictieve rendementen en beperkte ruimte voor correctie op basis van daadwerkelijke cijfers.
Box 3 is het onderdeel van de inkomstenbelasting waarin je vermogen wordt belast. Hieronder vallen onder andere je spaargeld, beleggingen, tweede woningen en overige bezittingen. Je betaalt in box 3 geen belasting over je inkomen, maar over je vermogen boven een bepaalde grens: het heffingsvrij vermogen.
In 2024 is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 57.000 per persoon en € 114.000 voor fiscale partners. Alleen het bedrag boven deze vrijstelling wordt belast via een berekend rendement.
Het box 3-inkomen is het bedrag aan fictief rendement dat de Belastingdienst toekent aan jouw vermogen. Dit wordt berekend op basis van een veronderstelde verdeling van je vermogen over spaargeld, beleggingen en schulden.
Over dit box 3-inkomen betaal je vervolgens 36% belasting (in 2024). Zolang je vermogen onder de heffingsvrije grens blijft, is je box 3-inkomen nul en hoef je dus geen belasting te betalen. Kom je boven deze grens, dan wordt het meerdere belast volgens de systematiek van de vermogensrendementsheffing.
Andere bezittingen zijn vermogensbestanddelen die niet onder de categorie sparen en beleggen vallen, maar wel worden meegenomen in de berekening van je box 3-vermogen. Denk bijvoorbeeld aan:
Deze bezittingen worden volledig belast in box 3 en vallen meestal onder een hoger fictief rendementspercentage, omdat ze als risicovoller en rendabeler worden beschouwd dan spaargeld.
Ook andere bezittingen vallen onder box 3 en tellen mee voor je belastbaar vermogen. Ze worden dus meegenomen in de berekening om te bepalen of je boven het heffingsvrij vermogen uitkomt.
Voor belastingvrij sparen betekent dit dat als je bijvoorbeeld een tweede huis bezit of andere ‘overige bezittingen’, de kans groter is dat je over je totale vermogen belasting moet betalen. Zeker als deze andere bezittingen een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen, kun je al snel boven de vrijstellingsgrens uitkomen en dus box 3-belasting verschuldigd zijn.
Groen sparen betekent dat je je geld onderbrengt bij een zogeheten groene instelling, zoals een bank of beleggingsfonds dat door de overheid is erkend als ‘groen’. Deze instellingen investeren het ingelegde spaargeld uitsluitend in duurzame projecten, bijvoorbeeld in milieuvriendelijke landbouw, zonneparken of energiebesparing. Het doel van groen sparen is om bij te dragen aan een beter milieu, terwijl je tegelijkertijd profiteert van fiscale voordelen.
Groen sparen biedt niet alleen een maatschappelijk voordeel, maar ook een dubbel belastingvoordeel:
Let op: je moet kunnen aantonen dat het spaargeld daadwerkelijk is ondergebracht bij een erkende groene instelling. De Belastingdienst controleert dit aan de hand van een jaarlijkse opgave die je van de instelling ontvangt.
Groen sparen is dus niet alleen duurzaam, maar kan je ook flink wat belastingvoordeel opleveren.
Over je spaargeld betaal je belasting in box 3 van de inkomstenbelasting, maar alleen als je totale vermogen boven het heffingsvrije vermogen uitkomt. In 2024 is dat € 57.000 voor individuele belastingplichtigen en € 114.000 voor fiscale partners.
De belasting wordt niet berekend op het daadwerkelijke spaargeld, maar op basis van een fictief rendement. Dit betekent dat de Belastingdienst uitgaat van een veronderstelde opbrengst over je spaargeld, ongeacht wat je werkelijk aan rente ontvangt.
In 2024 is het fictieve rendement op spaargeld vastgesteld op 1,47%. Over dat rendement betaal je vervolgens 36% belasting.
Voorbeeld: Heb je € 100.000 spaargeld en geen fiscale partner? Dan is € 57.000 vrijgesteld. Over de resterende € 43.000 wordt 1,47% fictief rendement berekend: dat is € 632. Vervolgens betaal je daar 36% belasting over: dat is afgerond € 227 belasting over je spaargeld.
Let op: vanaf 2028 wil de overheid overstappen op een systeem waarin belasting wordt geheven over het werkelijke rendement. Tot die tijd blijft het fictieve rendement de basis.
De hoeveelheid spaargeld die je belastingvrij mag hebben of die geen invloed heeft op je toeslagen, verschilt per regeling. Hieronder vind je een overzicht van de actuele grenzen voor 2024.
In 2024 geldt een vermogensgrens van € 37.395 per persoon voor het recht op huurtoeslag. Heb je meer vermogen (inclusief spaargeld, beleggingen en andere bezittingen), dan vervalt je recht op deze toeslag. Voor fiscale partners geldt een gezamenlijke grens van € 74.790.
Let op: recente uitspraken van de Hoge Raad kunnen invloed hebben op hoe de Belastingdienst deze vermogensgrens toepast. Houd toekomstige wijzigingen goed in de gaten.
Voor de zorgtoeslag ligt de vermogensgrens in 2024 op € 141.896 per persoon. Heb je een toeslagpartner, dan mag jullie gezamenlijke vermogen maximaal € 283.792 bedragen. Als je boven deze grens zit, vervalt je recht op zorgtoeslag volledig.
Als je een AOW-uitkering ontvangt, is er geen vermogensgrens die van invloed is op de hoogte van je AOW. Je mag dus onbeperkt sparen zonder dat dit invloed heeft op het bedrag dat je aan AOW ontvangt.
Let op: spaargeld kan wél invloed hebben op andere regelingen, zoals toeslagen of aanvullende inkomensvoorzieningen. Controleer dit bij de SVB of via MijnOverheid.
paren met belastingvoordeel betekent dat je geld opzijzet op een manier die fiscaal aantrekkelijk is. Je kunt hierbij denken aan groene spaarrekeningen of beleggingsprojecten die door de overheid zijn erkend. Deze vormen van sparen komen in aanmerking voor extra vrijstellingen in box 3 én een heffingskorting, wat zorgt voor dubbel belastingvoordeel.
Daarnaast kun je onder voorwaarden belastingvoordeel behalen via banksparen voor pensioen of het gebruik van een lijfrenteproduct. In deze gevallen wordt je storting mogelijk (gedeeltelijk) aftrekbaar in box 1, wat leidt tot minder belasting over je inkomen.
Wil je profiteren van dit voordeel? Controleer of je spaardoel of investering valt onder de officiële regelingen die recht geven op belastingvoordeel, en geef dit correct aan in je aangifte inkomstenbelasting.
Wil je optimaal profiteren van belastingvrij sparen? Zorg dan voor een goede verdeling van je vermogen, benut de vrijstellingen en onderzoek of je gebruik kunt maken van regelingen met belastingvoordeel.
Wil jij weten of je belastingvoordeel misloopt? Doe binnen 5 minuten de Belastingscan en ontdek hoeveel jij kunt besparen.