Ontdek alles over onroerendezaakbelasting en leer praktische tips om deze kosten te verlagen. Lees ons artikel voor waardevolle inzichten!
Of je nu eigenaar bent van een koopwoning of een bedrijfspand: de kans is groot dat je elk jaar een aanslag ontvangt voor de onroerendezaakbelasting (OZB). Deze belasting wordt opgelegd door je gemeente, en is gebaseerd op de WOZ-waarde van je woning of pand. In 2025 verandert er weer het een en ander in de tarieven, en dus is het goed om te weten: hoe werkt de OZB, hoeveel betaal je en kun je bezwaar maken?
In dit artikel leggen we stap voor stap uit wat OZB precies is, wie de belasting moet betalen, hoe de hoogte wordt bepaald en wat het verschil is tussen OZB voor woningen en niet-woningen zoals bedrijfspanden. Ook bespreken we hoe je bezwaar kunt maken én of je jouw OZB-aanslag kunt beïnvloeden.
De onroerendezaakbelasting (afgekort: OZB) is een gemeentelijke belasting die wordt geheven over onroerende zaken — zoals woningen, winkels, kantoren en andere panden. Elk jaar bepaalt de gemeente hoeveel je moet betalen, op basis van de WOZ-waarde van je eigendom.
De belasting geldt alleen voor eigenaren van panden. Huurders betalen geen OZB. De OZB maakt deel uit van het bredere pakket aan gemeentelijke heffingen, zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
De OZB bestaat uit twee vormen:
Voor woningen geldt alleen de eigenaarbelasting. Voor niet-woningen kan zowel de eigenaar als de gebruiker een aparte aanslag krijgen.
De OZB is dus géén landelijke belasting, maar wordt per gemeente vastgesteld. Dat betekent dat de tarieven en regels kunnen verschillen, afhankelijk van waar je woont of waar het pand zich bevindt.
De onroerendezaakbelasting (OZB) wordt altijd geheven bij de persoon of onderneming die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een woning of niet-woning. Dit wordt bepaald op basis van het Kadaster. Ook als je later in het jaar je woning verkoopt, ben je nog steeds de officiële belastingplichtige voor dat jaar.
De OZB wordt opgelegd aan degene die juridisch eigenaar is van het pand op 1 januari 2025. Dat kan een particulier zijn, maar ook een bedrijf of een instelling. Dit geldt voor zowel woningen als niet-woningen.
Heb je bijvoorbeeld op 10 januari je huis verkocht? Dan krijg je alsnog de aanslag OZB over heel 2025, omdat jij nog eigenaar was op 1 januari. De gemeente kijkt hierbij niet naar de datum van verkoop, maar naar de situatie op 1 januari.
Bij verkoop van een woning of pand wordt de OZB-aanslag meestal verrekend via de notaris. De koper betaalt dan aan jou het resterende deel van de belasting terug, naar rato van de resterende maanden in het jaar. Dit wordt geregeld in de leveringsakte of via de nota van afrekening van de notaris.
Belangrijk:
Let dus goed op de afrekening bij verkoop, zodat je niet onnodig blijft betalen voor een pand dat je inmiddels hebt overgedragen.
De hoogte van de onroerendezaakbelasting (OZB) wordt bepaald aan de hand van de WOZ-waarde van je woning of pand. Die WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeente en vormt de grondslag voor de berekening van je OZB-aanslag.
De gemeente vermenigvuldigt de WOZ-waarde met een OZB-tarief (ook wel “heffingspercentage”) dat elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. Dat percentage is voor iedere gemeente anders en kan bovendien verschillen voor woningen en niet-woningen.
Stel: je woning heeft een WOZ-waarde van €300.000 en jouw gemeente hanteert voor 2025 een OZB-tarief van 0,0825% voor woningen.
De berekening is dan:
Bij niet-woningen zoals winkels of bedrijfspanden liggen de percentages meestal hoger. Daar betaal je soms ook een gebruikersbelasting (naast de eigenarenbelasting), afhankelijk van wat de gemeente hanteert.
Elke gemeente stelt haar eigen tarieven vast in de begroting. Daarom kan het verschil tussen gemeenten fors zijn. In de ene plaats betaal je €250 per jaar, in een andere kan dat zomaar €400 zijn — bij exact dezelfde WOZ-waarde.
Op de website van je gemeente kun je het OZB-percentage voor 2025 terugvinden.
De hoogte en toepassing van de onroerendezaakbelasting (OZB) hangt af van het soort pand: is het een woning of een niet-woning (zoals een winkel, kantoor of bedrijfsruimte)? De gemeente hanteert namelijk verschillende tarieven en regels voor beide categorieën.
Voor woningen geldt alleen een eigenarenbelasting. Als je op 1 januari eigenaar bent van een woning, krijg je jaarlijks een OZB-aanslag. Er is geen aparte gebruikersbelasting voor woningen, ook niet als je de woning verhuurt.
Bij niet-woningen (bijvoorbeeld een winkel, praktijkruimte of kantoor) kunnen er twee soorten OZB worden geheven:
Niet alle gemeenten heffen de gebruikersbelasting nog, maar waar dat wel gebeurt, krijgen zowel de eigenaar als de gebruiker een aparte OZB-aanslag.
Daarnaast ligt het OZB-tarief voor niet-woningen vrijwel altijd hoger dan dat voor woningen. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat bedrijven zwaarder mogen worden belast binnen het gemeentelijk belastingbeleid.
De onroerendezaakbelasting (OZB) is één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor gemeenten in Nederland. De opbrengst wordt gebruikt voor de financiering van allerlei gemeentelijke taken en voorzieningen. De OZB is een zogeheten algemene belasting: dat betekent dat de gemeente vrij is om het geld te besteden waar ze dat nodig acht.
Let op: de OZB is niet geoormerkt, wat betekent dat de gemeente niet verplicht is om het geld aan een specifiek doel te besteden, zoals afvalverwerking of riolering (daar bestaan aparte heffingen voor).
Gemeenten mogen zelf bepalen of en met welk percentage ze de OZB-tarieven verhogen. Vaak stijgen de tarieven jaarlijks om de begroting rond te krijgen of om inflatie te compenseren. Soms is er sprake van fors hogere OZB-aanslagen in gemeenten met een zwakkere financiële positie.
Als je een woning of ander pand bezit, ontvang je jaarlijks een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) van je gemeente. Deze aanslag wordt meestal in het eerste kwartaal van het jaar verstuurd — vaak tegelijk met andere gemeentelijke heffingen, zoals de afvalstoffenheffing en rioolbelasting.
De OZB-aanslag ontvang je:
Let op: je krijgt de aanslag alleen als je op 1 januari van het belastingjaar als eigenaar geregistreerd staat in het Kadaster.
De meeste gemeenten bieden twee opties aan:
Je kunt in veel gemeenten zelf kiezen voor termijnbetaling door dit via de gemeentelijke website of de aanslagbrief aan te geven.
Ben je het niet eens met het bedrag dat je aan onroerendezaakbelasting (OZB) moet betalen? Dan kun je bezwaar maken. Let op: je maakt géén direct bezwaar tegen de OZB zelf, maar tegen de WOZ-waarde waarop de OZB is gebaseerd. De WOZ is namelijk de grondslag voor het OZB-bedrag.
Huur je een woning? Dan betaal je geen OZB, en kun je dus ook géén bezwaar maken tegen deze belasting. Wil je iets doen aan een hoge huur? Dan kun je wel bezwaar maken tegen de huurprijs of de waardering van de woning via de Huurcommissie.
Hoewel de termen vaak samen worden genoemd, zijn WOZ en OZB niet hetzelfde. Ze hebben wel veel met elkaar te maken, want de ene is de basis voor de andere.
De WOZ-waarde is de geschatte marktwaarde van je woning of pand, vastgesteld door de gemeente. WOZ staat voor Waardering Onroerende Zaken. Deze waarde wordt jaarlijks bepaald op basis van:
De waardepeildatum ligt altijd op 1 januari van het voorgaande jaar. Voor belastingjaar 2025 kijk je dus naar de situatie op 1 januari 2024.
De onroerendezaakbelasting (OZB) is een gemeentelijke belasting die wordt berekend op basis van die WOZ-waarde. De OZB is dus een percentage van de WOZ-waarde. Hoe hoger de WOZ, hoe hoger je OZB-aanslag.
Je kunt de WOZ-waarde ook gebruiken voor andere zaken: bezwaar maken tegen de belasting, bepalen van erfbelasting, waterschapsheffing of huurwaardeforfait bij de inkomstenbelasting.
De hoogte van de OZB verschilt per gemeente en hangt af van:
Je vindt het exacte bedrag op de OZB-aanslag van je gemeente. Voor een woning met een WOZ van €300.000 kan de OZB tussen de €200 en €400 per jaar liggen, afhankelijk van het gemeentelijke tarief.
Je persoonlijke OZB vind je op de aanslag gemeentelijke belastingen, die je ontvangt van je gemeente (per post of via MijnOverheid). Hierop staat:
Je kunt ook een online rekentool raadplegen op de website van je gemeente.
Nee. De WOZ is een waardebepaling van je woning door de gemeente. De OZB is een belasting die je betaalt op basis van die WOZ-waarde. De WOZ wordt elk jaar vastgesteld, de OZB is een percentage daarvan.
Ja, maar dat doe je indirect. Je maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde, niet tegen het OZB-tarief zelf. Als je bezwaar maakt en de WOZ-waarde wordt verlaagd, wordt ook je OZB-aanslag aangepast.
De onroerendezaakbelasting (OZB) is een vaste jaarlijkse kostenpost voor huiseigenaren en eigenaren van bedrijfspanden. De hoogte ervan wordt bepaald door de WOZ-waarde van je woning of pand én het tarief dat je gemeente hanteert. Omdat deze tarieven per gemeente verschillen, kan je OZB flink variëren — ook als je woningwaarde gelijk blijft.
Belangrijk om te onthouden:
De OZB-opbrengst wordt door gemeenten gebruikt voor allerlei algemene voorzieningen — van straatonderhoud tot sportaccommodaties. Heb je twijfels over je WOZ-waarde of over de hoogte van je OZB? Controleer dan je aanslag zorgvuldig en overweeg bezwaar te maken. Zo voorkom je dat je te veel betaalt.
Wil jij weten of je belastingvoordeel misloopt? Doe binnen 5 minuten de Belastingscan en ontdek hoeveel jij kunt besparen.