Ontdek de belangrijke veranderingen in de box 3 belasting van 2024 en hun impact op jouw financiële situatie. Lees nu het artikel voor meer informatie.
De box 3 belasting 2024 draait volledig om het belasten van je vermogen — denk aan spaargeld, beleggingen, aandelen, onroerend goed (niet je eigen woning), en andere bezittingen. De Belastingdienst rekent hierbij met een fictief rendement op je vermogen: een percentage waarvan wordt aangenomen dat je het verdient, ongeacht of dat in werkelijkheid ook zo is.
Omdat dit systeem jarenlang als oneerlijk werd ervaren — vooral voor mensen die weinig rendement haalden — is de wetgeving rond box 3 in beweging. In 2024 blijven we werken met het huidige stelsel op basis van forfaitaire rendementspercentages, maar de plannen voor een nieuw stelsel op basis van werkelijk rendement liggen al klaar. Die verandering, mede ingegeven door het kerstarrest van de Hoge Raad, is uitgesteld tot 2028.
In dit artikel lees je hoe box 3 in 2024 werkt, welke rendementspercentages gelden, wat het heffingsvrije vermogen is, en welke wijzigingen eraan komen. Ook bespreken we tips om je vermogensbelasting te verlagen, hoe je bezwaar kunt maken, en wat je moet weten over het formulier opgaaf werkelijk rendement. Zo ben je goed voorbereid op je volgende belastingaangifte.
Box 3 is een onderdeel van de inkomstenbelasting in Nederland. Het is de belasting die je betaalt over je inkomen uit sparen en beleggen. In box 3 wordt gekeken naar je inkomen uit vermogen, zoals rente op je spaargeld of rendementsgrondslag uit beleggingen. De Belastingdienst gaat ervan uit dat je over je vermogen extra inkomsten ontvangt en over die extra inkomsten betaal je mogelijk belasting in box 3. Dit betekent dat je belasting betaalt over het fictief rendement dat de Belastingdienst aanneemt dat je hebt behaald, ongeacht het werkelijke rendement.
Onder vermogen vallen alle bezittingen en schulden die je hebt. Denk hierbij aan:
Het grondslag huis waarin je woont en roerende goederen zoals je auto, kunst, caravan of inboedel vallen niet onder het begrip vermogen. Ook schulden of vorderingen van de inkomstenbelasting op de Belastingdienst mag je niet meetellen.
Het is belangrijk om te weten dat de belastingaangifte Belastingdienst een onderscheid maakt tussen verschillende soorten vermogen, zoals banktegoeden, beleggingen en andere bezittingen. Ook wordt er een onderscheid gemaakt tussen schulden en andere vermogensbestanddelen. Het is daarom belangrijk om je vermogen goed te laten registreren en te laten berekenen door een fiscalist of notaris. Zo zorg je ervoor dat je een nauwkeurige en eerlijke berekening krijgt van het belastbaar rendement in box 3.
De voorlopige rendementspercentages voor 2024 zijn vastgesteld op 1,47% voor banktegoeden, 6,04% voor overige bezittingen en 2,61% voor schulden.
Deze percentages worden gebruikt om het fictief rendement op het vermogen te berekenen. Dit betekent dat bij de aangifte inkomstenbelasting het box 3-inkomen wordt berekend door deze fictieve rendementspercentages toe te passen op de verschillende vermogenssoorten, waarbij de werkelijke verdeling van het vermogen wordt meegenomen om te bepalen hoe de berekening werkt.
De berekening van het box 3-inkomen gebeurt op basis van de werkelijke verdeling van het vermogen in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Grondslag sparen is hierbij van groot belang, omdat het helpt bij het berekenen van de rendementsgrondslag en het heffingsvrij vermogen, wat cruciaal is voor het bepalen van de belastingverplichtingen in box 3. Het fictief rendement wordt berekend op basis van de werkelijke rendementspercentages en de waarde van het vermogen in elke categorie.
Het heffingsvrije vermogen is het deel van je vermogen dat niet wordt belast in box 3. In 2024 is dit bedrag vastgesteld op € 57.000 per persoon. Heb je een fiscale partner, dan geldt een gezamenlijke vrijstelling van € 114.000. Dit bedrag is belangrijk bij het bepalen van je uiteindelijke belastingaanslag — zeker als je ook investeert in groene beleggingen of andere vrijgestelde vermogensbestanddelen. Het heffingsvrije vermogen speelt bovendien een rol bij de voorlopige en definitieve aanslagen van de Belastingdienst over verschillende jaren.
Het heffingsvrije vermogen is het vermogen dat niet wordt belast in box 3. Dit vermogen is vrijgesteld van belasting.
In box 3 zijn er ook vrijstellingen voor bepaalde vermogenscategorieën, zoals:
Het tarief voor box 3 is 36% in 2024. Het heffingsvrije vermogen is het bedrag waarover je geen belasting betaalt. Dit vermogen waarover geen belasting wordt geheven, kan jaarlijks veranderen. Dit tarief is verhoogd van 32% in 2023.
De verhoging van het tarief en de wijziging van de rekenmethodiek zijn bedoeld om het box 3-stelsel eerlijker te maken. Onder het oude systeem betaalden spaarders met een laag rendement vaak relatief veel belasting, terwijl beleggers met een hoger rendement juist voordeliger uit waren. Dit leidde tot onevenredige belastingdruk voor mensen met een eenvoudig opgebouwd vermogen. De aanpassing moet ervoor zorgen dat de belastingheffing beter aansluit bij het werkelijke rendement dat wordt behaald.
In zowel 2023 als 2024 is het box 3-stelsel aangepast. In 2023 ging het nog om een overgangsfase met een tarief van 32%, maar in 2024 werd dit verhoogd naar 36%. Tegelijkertijd wordt steeds meer gewerkt met een indeling naar verschillende vermogenscategorieën zoals spaargeld, beleggingen en schulden, waarbij voor elk type vermogen een ander fictief rendementspercentage geldt. Deze aanpassingen vormen de opmaat naar het nieuwe box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement, dat in 2028 van kracht wordt.
Er is compensatie voor box 3 belasting voor de jaren 2021-2027. Belastingplichtigen moeten het 'formulier opgaaf werkelijk rendement' invullen en indienen om hun werkelijke rendement aan te geven aan de Belastingdienst, vooral in het kader van rechtsherstel en de veranderingen die voortkomen uit recente juridische uitspraken. Deze compensatie is bedoeld om het systeem eerlijker te maken.
Vanaf 2027 zal het systeem van box 3 worden aangepast. Er wordt een nieuw stelsel ingevoerd dat gebaseerd is op het werkelijke rendement per soort vermogen, wat betekent dat de belastingheffing zal plaatsvinden op basis van de daadwerkelijke opbrengsten van het vermogen. Het werkelijke rendement op het vermogen zal worden belast in plaats van het fictief rendement.
Onderdeel van de nieuwe systematiek is de invoering van een vermogenswinstbelasting. Dit houdt in dat je pas belasting betaalt op het moment dat je winst realiseert, bijvoorbeeld bij verkoop van beleggingen of vastgoed. Deze belasting wordt dus geheven over de daadwerkelijke vermogensgroei, en niet jaarlijks op basis van een verondersteld rendement.
Bezittingen die niet onder spaargeld of schulden vallen, zoals aandelen, obligaties en cryptomunten, worden aangemerkt als ‘overige bezittingen’. Om te voorkomen dat kleine schulden direct je belastbare vermogen verlagen, geldt een schuldendrempel. Voor 2024 was deze drempel vastgesteld op € 3.400. In de Voorjaarsnota 2025 is aangekondigd dat dit bedrag per 1 januari 2025 wordt verhoogd naar € 3.800. Alleen schulden boven dit bedrag mag je aftrekken van je vermogen in box 3.
Alle inkomsten uit vermogen vallen in box 3. Denk aan spaarrente, dividenden, huuropbrengsten en koerswinsten. Bij de berekening van je box 3-vermogen wordt niet alleen gekeken naar je eigen bezittingen, maar ook naar die van je fiscale partner en eventuele minderjarige kinderen. Je totale vermogen bestaat dus uit alle spaargeld, beleggingen en schulden, waarbij het heffingvrije vermogen en vrijstellingen worden toegepast.
In 2025 bedraagt de schuldendrempel € 3.800. Dit betekent dat alleen schulden die boven dit bedrag uitkomen in mindering mogen worden gebracht op je vermogen in box 3. Heb je bijvoorbeeld een schuld van € 5.000? Dan mag je € 1.200 aftrekken van je belastbare vermogen. Deze regeling voorkomt dat kleine schulden je belastingpositie onterecht verlagen.
De anti-misbruikbepaling is bedoeld om misbruik van het systeem te voorkomen. Ook kun je bezwaar maken tegen de definitieve aanslag als je het niet eens bent met de berekening van je belasting.
De anti-misbruikbepaling voorkomt dat belastingplichtigen op oneerlijke wijze belasting besparen. Denk hierbij aan het tijdelijk verkopen van bezittingen eind december en deze begin januari weer terugkopen, zodat het vermogen op de peildatum lager lijkt. Deze strategie wordt door de Belastingdienst als misbruik aangemerkt.
Je kunt bezwaar maken tegen de definitieve aanslag als je van mening bent dat je box 3-inkomen verkeerd is vastgesteld. Dit bezwaar moet binnen zes weken na dagtekening van de aanslag worden ingediend bij de Belastingdienst.
De definitieve aanslag is de aanslag die je ontvangt nadat de Belastingdienst je belastingaangifte volledig heeft beoordeeld en berekend. De voorlopige aanslag daarentegen wordt opgelegd op basis van een inschatting van je inkomen en vermogen, nog vóórdat de definitieve berekening is gemaakt.
De voorlopige aanslag is altijd onder voorbehoud. Omdat deze wordt gebaseerd op schattingen, kan hij later worden aangepast als blijkt dat je werkelijke situatie afwijkt. Bij de definitieve aanslag volgt dan een correctie: je betaalt bij of krijgt terug.
De definitieve aanslag wordt vastgesteld na controle van je aangifte. Op basis van deze berekening wordt bepaald of je te veel of te weinig belasting hebt betaald. Dit is het definitieve bedrag dat je moet betalen of terugkrijgt van de Belastingdienst.
Er zijn diverse rekenvoorbeelden beschikbaar om inzicht te geven in hoe de box 3 belasting in 2024 wordt berekend. Sinds de uitspraken van de Hoge Raad is het werkelijke rendement steeds vaker bepalend voor de belastinggrondslag. Dit betekent dat niet langer alleen met forfaitaire percentages wordt gerekend, maar ook met de daadwerkelijke opbrengsten van je vermogen.
Stel: je hebt op 1 januari 2024 een vermogen van €200.000, bestaande uit €100.000 spaargeld, €80.000 beleggingen en €20.000 schulden. Voor de berekening geldt het volgende:
Totaal fictief rendement: € 5.780
Heffingsvrij vermogen in 2024: € 57.000
Belastbare grondslag: € 143.000
Rendement over belastbare grondslag: € 4.134 (voorbeeldmatig)
Belastingtarief 2024: 36%
Te betalen box 3-belasting: ongeveer € 1.488
Er zijn verschillende manieren om je vermogensbelasting in 2024 te verlagen. Door slim om te gaan met je vermogen, kun je de belastingdruk beperken. Een van de opties is bijvoorbeeld beleggen in een beleggingsfonds met een laag risico. Dit kan een lager rendement opleveren, waardoor je bij een eventuele belasting over werkelijke rendementen minder belasting betaalt.
Daarnaast kun je overwegen om:
Door tijdig actie te ondernemen kun je onverwachte aanslagen voorkomen en optimaal gebruikmaken van vrijstellingen en regelingen binnen box 3.
Het nieuwe box 3-stelsel, dat gebaseerd is op het werkelijke rendement, is uitgesteld tot 2028. Oorspronkelijk zou het systeem in 2027 worden ingevoerd, maar door de complexiteit van de hervorming en de noodzaak voor rechtsherstel is de invoering met een jaar verschoven.
Het doel van het nieuwe stelsel is om niet langer belasting te heffen op een fictief rendement, maar op de daadwerkelijke inkomsten uit spaargeld, beleggingen, onroerend goed en andere vermogensbestanddelen. Dit moet leiden tot een eerlijkere verdeling van de belastingdruk.
Het uitstel betekent dat belastingplichtigen tot en met 2027 nog te maken hebben met het overgangsstelsel, waarin het forfaitaire rendement wordt toegepast op basis van de werkelijke verdeling van het vermogen.
De Kamerbrief over de stand van zaken van het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 geeft inzicht in de laatste ontwikkelingen rondom de hervorming van box 3. In deze brief worden de redenen voor het uitstel toegelicht, waaronder de technische uitvoerbaarheid, juridische houdbaarheid en budgettaire gevolgen.
Ook worden hierin de plannen voor compensatie van belastingplichtigen besproken, net als de rol van het formulier opgaaf werkelijk rendement voor het bepalen van het juiste belastbare inkomen in de tussenliggende jaren.
Wil je meer weten over de actuele stand van zaken in box 3? Het huidige stelsel kent al meerdere aanpassingen, waaronder:
Daarnaast blijft de overheid werken aan een structureel nieuwe aanpak, die per 2028 in werking moet treden. Tot die tijd is het van belang om elk jaar je vermogen, verdeling en werkelijke rendementen goed vast te leggen en bij twijfel contact op te nemen met een fiscalist of de Belastingdienst.
Wil jij weten of je belastingvoordeel misloopt? Doe binnen 5 minuten de Belastingscan en ontdek hoeveel jij kunt besparen.