Ontdek hoe je slim kunt investeren in vastgoed in 2026. Vergelijk direct of beleggen via een BV of privé voordeliger is en bereken jouw rendement.
Investeren in vastgoed blijft een van de populairste manieren om vermogen op te bouwen in Nederland. Of je nu je spaargeld wilt laten renderen, op zoek bent naar stabiele inkomsten uit verhuur, of wilt profiteren van de stijgende vastgoedprijzen — vastgoed wordt vaak gezien als ‘betongoud’.
Toch is de vastgoedmarkt van 2025 anders dan die van enkele jaren geleden. De rente is hoger, de wetgeving strenger, en beleggers moeten beter kijken naar locatie, rendement en risico’s. Bovendien is het niet meer vanzelfsprekend dat vastgoed elk jaar in waarde stijgt. Wie nu investeert, moet dat doen met kennis van zaken en een langetermijnstrategie.
In dit artikel lees je hoe vastgoedbeleggen werkt, wat de verschillen zijn tussen direct en indirect investeren, wat de risico’s zijn en welke rendementen je kunt verwachten. In dit artikel gaan we daarnaast in op de valkuilen en aandachtspunten rondom investeren in vastgoed. Ook bespreken we populaire vormen zoals vastgoedfondsen, buitenlandse projecten en recreatief vastgoed — én wat de fiscale gevolgen zijn van beleggen via een BV of privé.
Ondanks hogere rentes en strengere regels blijft vastgoed populair bij zowel particulieren als ondernemers. Het combineert een reëel onderpand met stabiele huurinkomsten en bescherming tegen inflatie. Vastgoed is bovendien een manier om passief inkomen te genereren.
Bij direct beleggen koop je zelf een woning of pand en ontvang je huurinkomsten. Bij indirect beleggen doe je mee via vastgoedfondsen, REITs of crowdfunding, vaak met een lagere instapdrempel en zonder onderhoudszorgen.
Vastgoed in stabiele regio’s met een krappe woningmarkt blijft goed presteren. Steden met bevolkingsgroei en een sterke huurmarkt, zoals Amsterdam, Utrecht of Eindhoven, bieden vaak hogere opbrengsten. Een goede locatie draagt bij aan een goed rendement.
De vastgoedmarkt kent cycli. Rendement komt niet uit snelle winst, maar uit jarenlange waardegroei en stabiele huurinkomsten. Wie de tijd neemt, bouwt vermogen op via rendement-op-rendement. Voldoende spreiding over verschillende vastgoedcategorieën is belangrijk om risico's te beperken.
Het verschil tussen beleggen in privé of via een BV kan duizenden euro’s per jaar schelen. Ook gelden er specifieke regels voor vastgoedfondsen, btw, overdrachtsbelasting en box 3.
Investeren in vastgoed betekent dat je geld stopt in onroerend goed met als doel om winst te maken. Je kunt op verschillende manieren geld beleggen in vastgoed, bijvoorbeeld via directe aankoop, vastgoedfondsen of beursgenoteerde vastgoedbedrijven. Die winst kan op twee manieren ontstaan: door huurinkomsten (direct rendement) en door waardestijging van het pand (indirect rendement).
Vastgoedbeleggingen zijn er in alle vormen: van een appartement dat je verhuurt tot een logistiek bedrijfspand of deelname in een vastgoedfonds. Elke beleg heeft een eigen risicoprofiel en verwacht rendement, afhankelijk van het type vastgoed en de gekozen beleggingsvorm. Wat ze gemeen hebben, is dat ze een tastbare waarde vertegenwoordigen — iets wat veel beleggers aantrekkelijk vinden in tijden van inflatie en marktschommelingen.
In Nederland is beleggen in vastgoed populair onder zowel particulieren als ondernemers. Steeds meer mensen kiezen ervoor om (een deel van) hun spaargeld te investeren in stenen in plaats van op de spaarrekening te laten staan. De gemiddelde spaarrente ligt namelijk nog altijd lager dan de inflatie, terwijl vastgoed op de lange termijn vaak een beter rendement oplevert.
Direct beleggen betekent dat je zelf eigenaar wordt van een pand. Jij koopt bijvoorbeeld een woning, kantoor of winkelpand en verhuurt dit aan particulieren of bedrijven. Je hebt controle over het object, bepaalt de huurprijs en profiteert volledig van de waardeontwikkeling. Het nadeel: je draagt ook zelf het risico van leegstand, onderhoud en waardedalingen.
Indirect beleggen houdt in dat je via een tussenpartij investeert, bijvoorbeeld in een vastgoedfonds, REIT (Real Estate Investment Trust) of vastgoed-ETF. In dat geval ben je niet direct eigenaar van het pand, maar ontvang je wel een deel van de opbrengsten, zoals huur of dividend. Door het kopen van een aandeel in een vastgoedfonds of REIT krijg je toegang tot rendementen uit vastgoed en de bijbehorende financiële voordelen. Sommige vastgoedfondsen geven daarnaast ook obligaties uit als financieringsvorm. Het voordeel is minder gedoe met beheer, maar het rendement kan iets lager uitvallen door beheerkosten of marktschommelingen.
Vastgoed wordt vaak bestempeld als ‘betongoud’. Dat komt omdat het tastbaar is en in tegenstelling tot aandelen of crypto zelden volledig in waarde verdampt. Bovendien stijgen huurprijzen op de lange termijn meestal mee met de inflatie, waardoor vastgoed bescherming biedt tegen geldontwaarding.
Toch betekent ‘veilig’ niet ‘zonder risico’. De vastgoedmarkt reageert op economische veranderingen, rentestanden en regelgeving. Wie vastgoed koopt zonder goed onderzoek te doen naar locatie, onderhoud en financiering, kan rendement mislopen. Aan elke vastgoedbelegging zijn risico's verbonden, zoals waardedalingen of onverwachte kosten.
Kortom: vastgoed is een waardevaste, maar niet risicoloze manier om vermogen op te bouwen.
Wie kiest voor direct beleggen in vastgoed, koopt zelf een woning, appartement of bedrijfsruimte om te verhuren. Je wordt dus direct eigenaar van het pand en ontvangt huurinkomsten als rendement op je investering. Dit is de meest traditionele en tastbare manier van vastgoedbeleggen, maar ook de meest arbeidsintensieve.
Direct beleggen is populair bij particuliere beleggers omdat het vrijheid en controle biedt. Particulier beleggen in vastgoed is aantrekkelijk doordat je als belegger directe invloed hebt op het rendement. Je bepaalt zelf welke woning je koopt, aan wie je verhuurt en hoe je onderhoud en verbeteringen aanpakt. Daar staat tegenover dat je zelf verantwoordelijk bent voor financiering, onderhoud, verzekeringen, huurdersbeheer en belastingzaken. De particuliere belegger kiest vaak voor direct bezit vanwege de mogelijkheid om het beheer zelf te regelen.
De meeste particuliere vastgoedbeleggers starten klein, bijvoorbeeld met een appartement in een gewilde stad of een studentenwoning. De huurinkomsten vormen het directe rendement, terwijl de waarde van het pand op de lange termijn kan stijgen.
Bij aankoop is het belangrijk om goed te letten op de volgende punten:
Een pand met een goede huurmarkt en lage leegstand levert vaak een stabiel rendement van 4 tot 6 procent op — soms hoger bij gunstige financiering. Het is belangrijk om te weten waarin je belegd, zeker bij risicovolle projecten.
Wie direct in vastgoed investeert, kan dat doen met eigen vermogen of met een vastgoedhypotheek. Er zijn daarnaast ook andere vormen van leningen mogelijk, zoals via crowdfunding of particuliere investeerders. Banken en gespecialiseerde kredietverstrekkers financieren vaak 70 tot 80 procent van de marktwaarde in verhuurde staat. De rest moet je zelf inbrengen.
De financiering van beleggingspanden is strenger dan bij een reguliere hypotheek. Banken rekenen met een hogere rente, eisen meer eigen vermogen en willen een duidelijke onderbouwing van het verwachte rendement.
Een realistische rekensom is essentieel: kijk niet alleen naar de maandelijkse hypotheeklasten, maar ook naar onderhoud, verzekeringen, gemeentelijke lasten en eventuele periodes van leegstand.
Hoewel vastgoed relatief stabiel is, zijn er duidelijke risico’s:
Daarnaast vraagt direct vastgoedbeheer tijd. Je moet huurders selecteren, reparaties coördineren en jaarlijks de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting doen. Het is belangrijk om voorbereid te zijn op situaties waarin er iets mis gaat, zoals langdurige leegstand of onverwachte kosten.
Toch blijft het voor veel beleggers aantrekkelijk: de combinatie van maandelijkse huurinkomsten en waardestijging maakt vastgoed nog steeds een krachtig middel voor vermogensopbouw.
Niet iedereen wil zelf een woning kopen en verhuren. Je kunt op verschillende manieren in vastgoed kun investeren, bijvoorbeeld via fondsen, REITs of crowdfunding. Wie wél wil profiteren van de voordelen van vastgoed, maar geen zin heeft in onderhoud, huurders of papierwerk, kan kiezen voor indirect beleggen in vastgoed.
Bij deze vorm investeer je niet rechtstreeks in een pand, maar via een fonds of beursgenoteerde onderneming die vastgoed bezit. Denk aan vastgoedfondsen, REITs (Real Estate Investment Trusts) of vastgoed-ETF’s. Je koopt aandelen of participaties en ontvangt rendement in de vorm van dividend, waardestijging of winstuitkering.
Het grote voordeel: je spreidt je investering over meerdere projecten en hoeft zelf niets te beheren.
Een vastgoedfonds bundelt geld van meerdere beleggers en investeert dit in woningen, kantoren, winkels of logistiek vastgoed. Deze investeringen zijn vaak gespreid over verschillende sectoren binnen de vastgoedmarkt, wat helpt om risico’s te spreiden. De opbrengsten uit huur en verkoop worden vervolgens verdeeld onder de deelnemers.
Er zijn twee hoofdtypen vastgoedfondsen:
Beide fondsen keren meestal elk kwartaal een deel van de huurinkomsten uit. Gemiddeld ligt het rendement tussen 4% en 7% per jaar, afhankelijk van het type vastgoed en de marktomstandigheden.
Voor wie flexibel wil beleggen, zijn REITs (Real Estate Investment Trusts) en vastgoed-ETF’s interessante opties.
Een REIT is een beursgenoteerd vastgoedbedrijf dat zijn winst grotendeels moet uitkeren aan aandeelhouders. Zo profiteer je van huurinkomsten zonder zelf een pand te bezitten. Omdat REITs wereldwijd actief zijn, bieden ze spreiding over landen en sectoren, zoals woningen, zorgvastgoed en logistiek.
Daarnaast zijn er vastgoed-ETF’s (exchange traded funds), die bestaan uit een mandje van REITs. Zo kun je met één belegging spreiden over tientallen vastgoedbedrijven — ideaal voor wie met kleinere bedragen wil instappen.
Een relatief nieuwe trend is vastgoedcrowdfunding. Hierbij investeer je kleine bedragen (bijvoorbeeld vanaf €250 of €1.000) in specifieke projecten, zoals nieuwbouwwoningen of renovaties. Er zijn ook projecten gericht op zakelijk vastgoed, zoals kantoren of winkelpanden.
Je ontvangt rente of winstuitkering afhankelijk van de looptijd en het succes van het project. Het risico ligt hoger dan bij beursfondsen, maar de drempel is laag en het rendement potentieel interessant — vaak tussen de 6% en 10% per jaar. Sommige crowdfundingprojecten maken gebruik van zakelijke hypotheken als onderpand voor extra zekerheid.
Bij indirect beleggen betaal je belasting over de waarde van je beleggingen in box 3. Daarnaast kunnen er dividenden worden uitgekeerd waarover bronbelasting geldt. Beursgenoteerde fondsen vallen onder toezicht van de AFM, wat extra zekerheid biedt over transparantie en beheer.
Niet-beursgenoteerde fondsen zijn minder streng gereguleerd — let daarom altijd op kosten, looptijd en de betrouwbaarheid van de aanbieder. Investeren in niet beursgenoteerd vastgoed brengt bovendien extra risico’s en kosten met zich mee.
Kort samengevat: indirect beleggen is een uitstekende manier om rendement te behalen met vastgoed zonder zelf panden te bezitten. Het biedt spreiding, gemak en passief inkomen, maar vraagt om een kritische blik op de voorwaarden en risico’s.
Een commanditaire vennootschap (CV) is een populaire manier om samen te investeren in vastgoed, vooral als je niet genoeg eigen vermogen hebt om zelfstandig een pand aan te kopen. In een CV bundelen meerdere beleggers hun vermogen om gezamenlijk te investeren in vastgoedprojecten, zoals woningen, kantoren of winkelpanden. Dit maakt het mogelijk om met een relatief lage inleg toch te profiteren van de voordelen van vastgoed beleggen.
Binnen een commanditaire vennootschap zijn er twee typen vennoten: de beherend vennoot en de commanditaire vennoten. De beherend vennoot regelt het dagelijkse beheer van het vastgoed en de administratie, terwijl de commanditaire vennoten vooral geld investeren en verder op de achtergrond blijven. Als belegger ontvang je een deel van de huurinkomsten en heb je recht op een evenredig deel van de waardestijging van het vastgoed.
Het grote voordeel van deze constructie is dat je samen met anderen kunt investeren in vastgoed, waardoor je risico’s en kosten deelt. Bovendien kun je via een CV investeren in grotere of meerdere vastgoedprojecten dan je alleen zou kunnen. Let wel: het is essentieel om vooraf duidelijke afspraken te maken over de verdeling van rechten, plichten en opbrengsten. Een goed opgesteld contract voorkomt misverstanden en beschermt je investering.
Een commanditaire vennootschap is dus een interessante optie voor particuliere beleggers die hun vermogen willen laten groeien via vastgoed, zonder direct een heel pand te hoeven aankopen.
Wie gaat investeren in vastgoed, krijgt te maken met verschillende risico’s. Denk aan schade aan het pand, leegstand of het wegvallen van huurinkomsten. Gelukkig kun je veel van deze risico’s afdekken met de juiste verzekeringen, zodat je investering in vastgoed zo veilig mogelijk blijft.
Vastgoed wordt vaak gezien als een stabiele investering, maar het is zeker niet zonder risico. Bij vastgoedinvesteringen komen verschillende risico's en voordelen kijken die per situatie kunnen verschillen. Zowel bij directe als indirecte vastgoedbeleggingen kunnen factoren als marktschommelingen, regelgeving en financieringskosten een grote invloed hebben op je rendement.
Wie serieus wil investeren in vastgoed, moet dus niet alleen kijken naar de mogelijke winst, maar vooral naar de risico’s — en hoe je die kunt beperken.
Een van de grootste risico’s bij direct vastgoedbezit is leegstand. Zodra een woning of kantoor langere tijd niet verhuurd wordt, valt het inkomen volledig weg terwijl de vaste lasten gewoon doorgaan.
Ook huurdersrisico speelt mee. Een huurder kan plots vertrekken, te laat betalen of schade veroorzaken aan het pand. Het is daarom belangrijk om vooraf goed te screenen en een financiële buffer aan te houden.
Een vuistregel: houd altijd rekening met drie maanden huurinkomsten aan reservering per pand, zodat je tijdelijke leegstand of achterstallige betalingen kunt opvangen.
Vastgoed vraagt continu onderhoud. Denk aan schilderwerk, dakreparaties of het vervangen van installaties. Deze kosten komen vaak onverwacht en drukken direct het netto rendement.
Een realistisch onderhoudsbudget bedraagt ongeveer 1 tot 1,5% van de marktwaarde per jaar. Bij oudere panden kan dat oplopen. Laat bij aankoop altijd een bouwkundig rapport opstellen, zodat je weet waar je aan toe bent.
Bij indirect beleggen ligt het onderhoudsrisico bij het fonds of de beheerder, maar de kosten worden wel verwerkt in het lagere rendement dat je ontvangt.
Veel vastgoedbeleggers werken met geleend geld. Dat vergroot de winst bij stijgende prijzen, maar ook het risico bij rentestijgingen. Zodra de rente stijgt, gaan de maandlasten omhoog en kan het rendement snel dalen.
Zorg daarom voor een vaste renteperiode of voldoende buffer om een hogere rente op te vangen. In onzekere tijden kan het zelfs verstandiger zijn om deels met eigen vermogen te financieren, zodat je minder afhankelijk bent van banken.
De overheid heeft de laatste jaren de regels voor vastgoedbeleggers aangescherpt. Denk aan het verbod op tijdelijke verhuur, de verplichte WOZ-cap in de huurprijs en de afbouw van de fiscale voordelen in box 3.
Ook voor niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen gelden strengere transparantie-eisen. Nieuwe regelgeving kan directe invloed hebben op het rendement — zeker als huurinkomsten worden begrensd of financiering duurder wordt.
Blijf daarom altijd op de hoogte van beleidswijzigingen, vooral als je in de particuliere verhuurmarkt actief bent.
De waarde van vastgoed kan dalen als de economie verslechtert, de rente stijgt of er meer aanbod komt in de markt. Hoewel vastgoed meestal minder volatiel is dan aandelen, kan een correctie op de huizenmarkt je winst deels tenietdoen.
Een gezonde strategie is om vastgoed te kopen met een lange termijnvisie en te zorgen voor spreiding over meerdere panden of regio’s. Investeren met het oog op de langere termijn biedt vaak meer zekerheid en rendement. Zo verklein je de impact van lokale prijsdalingen.
Kortom: vastgoed biedt kansen, maar alleen met een solide plan, voldoende buffer en een langetermijnblik. Het echte verschil tussen winst en verlies zit vaak in voorbereiding, risicobeheer en onderhoud.
Vastgoedbeleggingen beperken zich allang niet meer tot woningen in de stad. Steeds meer beleggers ontdekken de voordelen van recreatief en buitenlands vastgoed. Vakantieparken, tweede woningen aan zee of appartementen in Zuid-Europa bieden niet alleen een aantrekkelijk rendement, maar ook de mogelijkheid om er zelf gebruik van te maken. Een tweede woning wordt dan ook vaak gezien als een verstandige investering voor de langere termijn.
Toch verschillen de risico’s, regelgeving en belastingregels sterk per land of type vastgoed. Een goed begrip van de markt en fiscale gevolgen is dus essentieel voordat je instapt.
Recreatief vastgoed — zoals vakantiehuizen op parken van Roompot, Landal of Center Parcs — is populair bij particuliere beleggers. De grootste voordelen zijn het stabiele huurrendement, de lage drempel voor instap en het beheer dat vaak volledig wordt uitbesteed.
De meeste aanbieders garanderen een vast rendement van 4% tot 6% per jaar, vaak uitgekeerd per kwartaal. Dit rendement wordt doorgaans uitgekeerd als een vast percentage van de investering, ongeacht de bezettingsgraad. Daarnaast heb je geen omkijken naar onderhoud, verzekeringen of verhuur: het park regelt alles.
Een extra voordeel is dat de woning meestal op naam van de koper wordt gezet, waardoor je eigenaar blijft van het vastgoed zelf. De waardeontwikkeling kan dus ook op lange termijn voordeel opleveren.
Een interessant kenmerk van recreatief vastgoed is dat je het zowel zakelijk als privé kunt gebruiken. In veel contracten kun je een aantal weken per jaar zelf gebruikmaken van de woning, terwijl deze de rest van het jaar wordt verhuurd aan vakantiegangers.
Hiermee combineer je rendement met eigen vakantieplezier. De inkomsten uit verhuur vallen in box 3, waarover je belasting betaalt over het fictieve rendement. Verhuur via een vakantiepark kan echter gepaard gaan met hoge kosten voor beheer en administratie. Eventuele financieringskosten zijn echter niet aftrekbaar.
Wil je de woning vaker zelf gebruiken, dan daalt het rendement — maar daar staat tegenover dat je een tweede huis hebt dat zichzelf grotendeels terugverdient.
Voor beleggers die wat verder durven te kijken, is buitenlands vastgoed een aantrekkelijke optie. Denk aan appartementen aan de Spaanse Costa, chalets in Oostenrijk of woningen in populaire Europese hoofdsteden.
De voordelen zijn duidelijk:
Maar let op: elk land heeft zijn eigen regels voor eigendom, verhuur en belasting. Zo betaal je in Spanje en Frankrijk vaak ook lokale onroerendezaakbelasting (IBI) of huurbelasting over verhuuropbrengsten. Bovendien kunnen wisselkoersen, taalbarrières en onderhoud op afstand het beheer complex maken.
Een praktische oplossing is samenwerking met een lokale beheerorganisatie die verhuur, onderhoud en administratie regelt. Dit verlaagt de stress, maar kost gemiddeld 20 tot 30% van de huurinkomsten.
Kortom: recreatief en buitenlands vastgoed kan een waardevolle toevoeging zijn aan je beleggingsportefeuille. Je combineert plezier, spreiding en rendement, zolang je rekening houdt met lokale regels, belastingdruk en het juiste beheer.
Niet iedereen heeft tonnen nodig om te beginnen met beleggen in vastgoed. Dankzij vastgoedfondsen, ETF’s en crowdfundingplatforms kun je tegenwoordig ook met kleinere bedragen meedoen — zonder zelf panden te hoeven kopen of verhuren. Deze vormen van indirect beleggen bieden een laagdrempelige manier om te profiteren van de vastgoedmarkt, mét spreiding en zonder operationele rompslomp. Een belangrijk voordeel is dat vastgoed vaak passief inkomen genereert, waardoor je kunt rekenen op een stabiele inkomstenstroom.
Toch is het belangrijk om te weten hoe deze investeringsvormen werken, wat de risico’s zijn en welke rendementen realistisch zijn.
Wie met een beperkt budget wil starten, komt al snel uit bij vastgoedfondsen of vastgoed-ETF’s. Deze beleggingsvormen bieden toegang tot een breed gespreide vastgoedportefeuille — van huurwoningen tot kantoren en logistieke centra — zonder dat je zelf een pand hoeft te bezitten.
ETF’s hebben als extra voordeel dat je met één aankoop kunt spreiden over tientallen vastgoedbedrijven wereldwijd, wat het risico aanzienlijk verlaagt. Sommige beleggers kiezen bewust voor fondsen met een hoog rendement, maar zij moeten zich goed bewust zijn van de bijbehorende risico’s.
Een andere manier om met kleine bedragen te investeren, is via vastgoedcrowdfunding. Hierbij leggen meerdere investeerders gezamenlijk geld in voor een specifiek project, zoals de aankoop of verbouwing van woningen of bedrijfspanden.
De minimale inleg ligt vaak tussen de €250 en €1.000, waardoor dit een interessante optie is voor beginnende beleggers. In ruil daarvoor ontvang je rente (meestal 6–10% per jaar) of een winstaandeel bij verkoop.
Crowdfundingprojecten hebben meestal een looptijd van 12 tot 60 maanden, afhankelijk van de aard van het vastgoed. Het risico is echter hoger dan bij beursfondsen, omdat de terugbetaling afhankelijk is van het succes van het project en de betrouwbaarheid van de ontwikkelaar.
Kijk dus altijd naar:
Bekende Nederlandse platforms zijn onder meer Collin Crowdfund, Geldvoorelkaar en Max Crowdfund.
Hoewel vastgoedfondsen en crowdfunding aantrekkelijk klinken, brengen ze specifieke risico’s met zich mee. Het grootste gevaar zit in de liquiditeit — oftewel, hoe snel je je investering weer kunt verkopen of terugkrijgen.
Bij niet-beursgenoteerde fondsen zit je geld vaak jarenlang vast. Tussentijds uitstappen is moeilijk of zelfs onmogelijk. Daarnaast kunnen fondskosten (beheer, administratie, marketing) het rendement aanzienlijk drukken.
Bij crowdfunding is het risico nog directer: als het vastgoedproject mislukt, kan een deel van je inleg verloren gaan. Kies daarom altijd voor projecten met duidelijke zekerheden of een eerste hypotheekrecht.
Een verstandige strategie is om slechts een klein deel van je totale vermogen te investeren in deze illiquide producten — en de rest te spreiden over beter verhandelbare beleggingen.
Kortom: vastgoedfondsen, ETF’s en crowdfunding maken vastgoedbeleggen toegankelijker dan ooit, maar vereisen wel inzicht in looptijden, kosten en risico’s. Wie zorgvuldig kiest, kan ook met een beperkt budget een aantrekkelijk rendement behalen zonder zelf verhuurder te worden.
Een succesvolle investering in vastgoed begint met een goed plan, maar eindigt met een slimme exitstrategie. Het is belangrijk om vooraf na te denken over het moment en de manier waarop je je vastgoed weer verkoopt, zodat je het maximale uit je investering haalt.
Er zijn verschillende manieren om je vastgoed te verkopen. Je kunt het pand aanbieden aan een andere belegger, bijvoorbeeld via een makelaar gespecialiseerd in beleggingspanden, of rechtstreeks aan een particuliere koper. De keuze hangt af van het type vastgoed, de marktvraag en je eigen doelen. Houd bij de verkoop rekening met de actuele marktontwikkelingen: een gunstige timing kan het verschil maken tussen een goed en een uitstekend rendement.
Vergeet niet dat bij de verkoop van vastgoed aanvullende kosten komen kijken, zoals overdrachtsbelasting, makelaarskosten en eventuele kosten voor het aflossen van een zakelijke hypotheek. Deze kosten beïnvloeden je netto-opbrengst. Door vooraf een heldere exitstrategie te bepalen, kun je tijdig inspelen op marktveranderingen en je investering rendabel laten groeien.
Kortom: een doordachte verkoopstrategie is essentieel voor iedere belegger die wil investeren in vastgoed. Zo zorg je ervoor dat je niet alleen rendement behaalt tijdens de verhuurperiode, maar ook bij de uiteindelijke verkoop van je vastgoed.
De vastgoedmarkt is in beweging. Waar vastgoed jarenlang gold als dé veilige investering, brengen de nieuwe fiscale regels, hogere financieringskosten en strengere huurwetgeving in 2026 nieuwe uitdagingen met zich mee. Toch blijft vastgoed een belangrijke pijler in veel beleggingsportefeuilles — mits je weet waar de kansen liggen.
De winstgevendheid van een vastgoedinvestering wordt namelijk sterk bepaald door factoren als locatie, regelgeving en financieringskosten.
Vanaf 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur van kracht geworden. In 2026 zijn de effecten daarvan pas echt zichtbaar. De wet breidt het woningwaarderingsstelsel (WWS) uit naar huurwoningen tot 186 punten, waardoor ook veel middenhuurwoningen onder de gereguleerde huur vallen.
Voor beleggers betekent dit dat de huurprijs niet langer vrij kan worden bepaald en dat het bruto aanvangsrendement (BAR) in veel steden is gedaald van gemiddeld 5% naar 3 à 3,5%.
Daar staat tegenover dat goed onderhouden, energiezuinige woningen wél extra punten opleveren. Een woning met energielabel A of hoger behoudt daardoor vaker zijn marktwaarde én huurpotentieel.
Kortom: wie slim inspeelt op verduurzaming en locatiekeuze, kan de schade beperken — maar de tijd van onbeperkt rendement in de vrije sector is voorbij.
Volgens de NVM en het CBS blijft de Nederlandse woningmarkt in 2026 krap. Ondanks hogere rentes neemt de vraag naar huurwoningen toe, vooral in stedelijke gebieden. De bouwproductie blijft achter door stijgende bouwkosten en vergunningsprocedures.
Beleggers met een lange horizon kunnen hiervan profiteren: de schaarste zorgt voor blijvende huurvraag. Toch zijn er duidelijke verschuivingen:
Een opvallende trend is de groei in zorgvastgoed en recreatief vastgoed, waar rendementen tussen 5 en 7% haalbaar blijven — vaak met minder last van huurregulering.
Ja, maar niet voor iedereen en niet op elke plek. Vastgoed blijft aantrekkelijk voor beleggers met een lange beleggingshorizon, stabiel eigen vermogen en een goed gespreide portefeuille.
De combinatie van huurinkomsten en waardestijging blijft interessant, vooral als je kiest voor segmenten met structurele vraag:
Tegelijkertijd is vastgoed anno 2026 minder passief dan vroeger. Je hebt te maken met regelgeving, onderhoud, fiscale wijzigingen en financieringsdruk. Voor veel particuliere beleggers is dat een reden om over te stappen naar vastgoedfondsen of beleggen via een BV, waar het rendement gunstiger belast kan worden dan in box 3.
Wie vastgoed vandaag koopt, doet dat dus niet meer voor snelle winst, maar voor stabiele, inflatiebestendige waardeopbouw op lange termijn.
Dat hangt af van de vorm waarin je wilt beleggen. Voor direct vastgoed — dus het kopen van een woning of appartement om te verhuren — heb je minimaal €50.000 tot €100.000 eigen geld nodig. Banken financieren meestal maximaal 70 tot 80% van de marktwaarde, waardoor je de rest zelf moet inleggen.
Wil je met minder beginnen? Dan kun je kiezen voor vastgoedfondsen, REITs of vastgoedcrowdfunding. Daarmee kun je al instappen vanaf €250 tot €1.000, afhankelijk van het platform of fonds.
Vastgoed kan nog steeds een goede bron van vermogen zijn, maar de tijd van snelle waardestijgingen is voorbij. De Wet betaalbare huur en hogere financieringsrentes drukken de marges, vooral in het middenhuursegment.
De beleggers die in 2025–2026 succesvol zijn, kiezen bewust: ze investeren in zorgvastgoed, recreatief vastgoed of panden met energielabel A of B, waar de vraag hoog blijft.
Vastgoed is dus niet meer het snelle “word-rijk-model”, maar wel een stabiele manier om langzaam vermogen op te bouwen via huurinkomsten en waardegroei.
Ja, mits je rekening houdt met het lagere netto rendement. Door de gestegen rente (momenteel rond de 4%–5% op vastgoedfinancieringen) is het leverage-effect kleiner dan enkele jaren geleden.
Toch biedt vastgoed nog steeds een aantrekkelijk alternatief voor spaargeld, zeker bij inflatie. Het voordeel: huurinkomsten stijgen meestal mee met de inflatie, terwijl je schuld op lange termijn minder waard wordt.
Wie met eigen vermogen investeert, blijft profiteren van stabiele rendementen tussen 4% en 6% netto per jaar, afhankelijk van locatie en type pand.
Met €10.000 tot €25.000 kun je beginnen via vastgoedfondsen, ETF’s of crowdfundingplatforms. Je spreidt daarmee je risico over meerdere projecten en hoeft geen pand te beheren.
Heb je €50.000 of meer, dan kun je overwegen om zelf vastgoed te kopen met een lening. Let wel op bijkomende kosten zoals overdrachtsbelasting, notariskosten, onderhoud en verhuurbeheer.
Een alternatief is investeren via een BV, zodat je de winst kunt herinvesteren zonder direct belasting te betalen in box 3.
Dat hangt af van je doel, tijd en risicobereidheid.
Fiscale verschillen spelen ook een rol: in privé valt direct vastgoed meestal onder box 3, terwijl beleggen via een BV fiscaal voordeliger kan zijn als je meerdere panden bezit of rendement herinvesteert.
💡 Tip: gebruik de tool Beleggen in BV of privé om direct te zien welke optie jou het meeste oplevert.
Vastgoed blijft in 2026 een interessante investering, maar het speelveld is veranderd. De combinatie van huurregulering, hogere financieringskosten en nieuwe belastingregels vraagt om meer kennis en strategie dan ooit. Wie zonder voorbereiding instapt, loopt het risico op lagere rendementen en onverwachte fiscale lasten.
Toch liggen er volop kansen. Door slim te kiezen voor de juiste vorm van vastgoed — zoals recreatief vastgoed, zorgvastgoed, of beleggen via een BV — kun je nog steeds een solide rendement behalen. Met een doordachte strategie, duurzame focus en de juiste fiscale structuur blijft vastgoed een waardevaste pijler in je vermogen.
Veel beleggers vergeten echter één cruciaal punt: de fiscale behandeling bepaalt je netto rendement. Of je nu direct in vastgoed belegt of via een fonds of BV, de belastingdruk in box 3 of vennootschapsstructuur maakt vaak het verschil tussen winst en verlies.
Daarom is het verstandig om jouw persoonlijke situatie eerst goed te laten doorrekenen.
Wil je weten wat voor jou de slimste manier is om te investeren in vastgoed — privé of via een BV?
Laat je adviseren door onze specialisten.
✔️ Bereken wat je netto rendement is in jouw huidige situatie
✔️ Ontdek of beleggen via een BV fiscaal voordeliger is
✔️ Ontvang een concreet stappenplan voor 2026
👉 Plan gratis jouw checkgesprek over vastgoedbeleggen via Belastingscan.nl en ontdek hoe jij het maximale uit je vermogen haalt, zonder fiscale verrassingen.