Ontdek wat DGA's moeten weten over dividendbelasting in 2024 en hoe dit invloed heeft op uitkeringen. Lees het artikel nu voor belangrijke inzichten!
Als aandeelhouder is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de regels en wijzigingen rondom dividendbelasting. In 2024 zijn er enkele belangrijke veranderingen doorgevoerd die gevolgen kunnen hebben voor jouw netto-inkomsten. Niet alleen het tarief dividendbelasting zelf, maar ook de manier waarop inkomsten uit dividend worden belast in box 2 is aangepast. In dit artikel leggen we stap voor stap uit wat dividendbelasting inhoudt, voor wie het geldt, hoe de aangifte werkt en welke belangrijke wijzigingen per 1 januari 2025 van kracht worden. Zo weet je precies waar je aan toe bent en kun je optimaal inspelen op de fiscale regels.
Dividendbelasting is een belasting die wordt geheven op de uitkeringen van vennootschappen aan hun aandeelhouders. De vennootschap houdt 15% belasting in over het uitgekeerde dividend en draagt dit af aan de Belastingdienst. Voor aandeelhouders betekent dit dat ze niet het volledige brutodividend op hun rekening ontvangen. Het belastingtarief dividendbelasting bepaalt hoeveel er van de uitkering wordt ingehouden. Deze belasting is van toepassing op zowel binnenlandse als buitenlandse aandeelhouders die dividend ontvangen van een Nederlandse vennootschap. Voor veel DGA’s en hun BV speelt de dividendbelasting een belangrijke rol bij het optimaliseren van de uitkeringen.
Dividendbelasting geldt voor alle vennootschappen die dividend uitkeren aan hun aandeelhouders, ongeacht of deze aandeelhouders woonachtig zijn in Nederland of in het buitenland. Dit betekent dat wanneer een Nederlandse vennootschap dividend uitkeert, zij verplicht is om 15% dividendbelasting in te houden over het uitgekeerde bedrag, ongeacht de woonplaats van de aandeelhouder. De belasting wordt direct bij de bron geïnd en vervolgens afgedragen aan de Belastingdienst.
Voor binnenlandse aandeelhouders wordt de ingehouden dividendbelasting meestal verrekend met de verschuldigde inkomstenbelasting in box 2, waar het inkomen uit aanmerkelijk belang wordt belast. Voor buitenlandse aandeelhouders kunnen, afhankelijk van belastingverdragen tussen Nederland en het woonland van de aandeelhouder, afwijkende regels gelden. In sommige gevallen kan een deel van de ingehouden belasting worden teruggevraagd of worden verminderd via een verzoek om teruggaaf dividendbelasting.
Het is belangrijk dat vennootschappen goed inzicht hebben in de fiscale positie van hun aandeelhouders, zeker nu wijzigingen zoals de wet excessief lenen en aangepaste regels voor de inhoudingsvrijstelling extra complexiteit hebben toegevoegd. Een juiste toepassing van de regels voorkomt fouten, boetes en naheffingen.
Dividendbelasting is een belasting die wordt geheven over dividenduitkeringen door een vennootschap aan haar aandeelhouders. In Nederland bedraagt het tarief dividendbelasting momenteel 15%. Dit betekent dat van elke euro aan uitgekeerd dividend 15 cent wordt ingehouden door de vennootschap en wordt afgedragen aan de Belastingdienst.
De dividendbelasting wordt beschouwd als een voorheffing op de inkomstenbelasting voor particulieren en op de vennootschapsbelasting voor zakelijke aandeelhouders. Voor binnenlandse aandeelhouders die een aanmerkelijk belang hebben (meestal vanaf 5% van de aandelen), wordt het ontvangen dividend belast in box 2 van de inkomstenbelasting, waar het uitgekeerde bedrag tegen een speciaal tarief wordt belast.
In uitzonderlijke gevallen kan een inhoudingsvrijstelling worden toegepast. Bijvoorbeeld wanneer een Nederlandse vennootschap dividend uitkeert aan een andere vennootschap die eveneens in Nederland is gevestigd en voldoende aandelen bezit (deelnemingsvrijstelling). Dit voorkomt dubbele belastingheffing over winsten binnen een concernstructuur.
Dividendbelasting heeft niet alleen betrekking op reguliere winstuitkeringen, maar kan ook van toepassing zijn bij bijzondere situaties zoals beleggingsdividend, liquidatie-uitkeringen of bepaalde vormen van extra dividend.
In de praktijk betekent dit dat vennootschappen zorgvuldig moeten nagaan bij elke dividenduitkering:
Een correcte toepassing van de dividendbelasting voorkomt naheffingsaanslagen, boetes en onnodige fiscale risico’s voor zowel de uitkerende vennootschap als de aandeelhouder.
Wanneer een vennootschap besluit om dividend uit te keren aan haar aandeelhouders, moet zij een duidelijk onderscheid maken tussen verschillende soorten dividend. In de praktijk zijn de belangrijkste vormen deelnemingsdividend en beleggingsdividend.
Deelnemingsdividend wordt uitgekeerd aan aandeelhouders die een aanmerkelijk belang hebben, meestal wanneer zij 5% of meer van de aandelen bezitten. In deze gevallen kan er sprake zijn van een inhoudingsvrijstelling: als aan de voorwaarden wordt voldaan, hoeft de uitkerende vennootschap geen dividendbelasting in te houden. Deze vrijstelling voorkomt dubbele belastingheffing binnen concernstructuren of tussen moeder- en dochtermaatschappijen.
Beleggingsdividend daarentegen wordt uitgekeerd aan aandeelhouders met een minderheidsbelang (minder dan 5%). Over deze uitkeringen moet altijd 15% dividendbelasting worden ingehouden, die de vennootschap vervolgens afdraagt aan de Belastingdienst. Na inhouding ontvangt de aandeelhouder het nettodividend. Aandeelhouders moeten het ontvangen dividend vermelden bij hun aangifte inkomstenbelasting in box 2, als zij een aanmerkelijk belang hebben.
Het uitkeren van dividend kan aantrekkelijk zijn voor investeerders, omdat het directe inkomsten oplevert naast eventuele koerswinsten op aandelen. Tegelijkertijd moet de vennootschap bij het uitkeren van dividend zorgvuldig de fiscale gevolgen in kaart brengen. Er kunnen bijvoorbeeld andere regels gelden bij uitzonderlijke gevallen, zoals extra dividenden, interimdividenden of bij uitkeringen uit herwaarderingsreserves.
Een correcte en tijdige afwikkeling van de dividendbelasting is essentieel om naheffingsaanslagen, boetes of belastingrente te voorkomen. Ook moet rekening worden gehouden met de impact van de wet excessief lenen en eventuele wijzigingen die voortvloeien uit de belastingwetgeving van 2024 en 2025.
Vennootschap deelnemingsdividend wordt uitgekeerd aan organisaties die 5% of meer aandelen bezitten in de vennootschap. Er zijn regels voor zowel aandeelhouders in Nederland als daarbuiten, inclusief de mogelijkheden voor inhoudingsvrijstellingen bij uitkeringen binnen Nederland.
Vanaf 2024 zijn er belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de regels voor dividendbelasting en de belastingheffing in box 2. Voor inkomsten uit aanmerkelijk belang geldt nu een tweeschijventarief. Dit houdt in dat aandeelhouders 24,5% belasting betalen over de eerste € 67.000 aan inkomen uit aanmerkelijk belang. Voor het bedrag boven deze grens geldt een hoger tarief van 33%.
Wanneer je een fiscaal partner hebt, mag je het lage tarief twee keer benutten. Dit betekent dat jullie samen een bedrag van € 134.000 tegen 24,5% kunnen laten belasten. Dit biedt fiscale voordelen, vooral als je van plan bent om een groter dividend uit te keren of een aandelenpakket te verkopen.
Een andere relevante ontwikkeling is de invoering van de wet excessief lenen per 1 januari 2023. Deze wet zorgt ervoor dat een dga die meer dan € 700.000 leent bij zijn eigen BV, direct belasting moet betalen over het bovenmatige bedrag. Hierdoor wordt het minder aantrekkelijk om grote bedragen via leningen uit de BV te onttrekken in plaats van dividend uit te keren.
Verder blijft de algemene heffingskorting tot en met 2024 alleen afhankelijk van inkomen uit werk en woning (box 1). Vanaf 2025 verandert dit: ook inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2 beïnvloedt dan de hoogte van de heffingskorting. Dit betekent dat hogere dividenduitkeringen vanaf 2025 kunnen leiden tot een lager recht op heffingskorting en dus een hogere belastingdruk.
Tot slot zal de tweede schijf van de inkomstenbelasting in 2024 en 2025 worden verlaagd. Dit kan de netto belastingdruk verlagen voor hogere inkomens, maar kan ook fiscale planning rondom dividenduitkeringen beïnvloeden.
Door deze veranderingen is het belangrijk om tijdig na te denken over dividenduitkeringen en eventueel gebruik te maken van de huidige, gunstigere regels. Goed advies en een zorgvuldige planning zijn essentieel om belastingvoordelen optimaal te benutten en onaangename verrassingen te voorkomen.
Vanaf 1 januari 2025 wordt de belastingheffing op dividenduitkeringen verder aangepast. Er worden twee tarieven in box 2 ingevoerd:
Door deze wijziging worden kleinere dividenduitkeringen gunstiger belast, terwijl grotere uitkeringen zwaarder worden belast. Dit is belangrijk voor zowel dga’s als andere aandeelhouders die hun dividendbeleid willen optimaliseren.
Het kan aantrekkelijk zijn om nog in 2024 dividend uit te keren, omdat dan nog het uniforme tarief van 26,9% geldt. Vanaf 2025 kan het belastingtarief fors oplopen als het inkomen boven de eerste schijfgrens uitkomt. Een goede planning kan dus een aanzienlijk belastingvoordeel opleveren.
Dividendbelasting moet worden betaald zodra een vennootschap dividend uitkeert aan haar aandeelhouders. De vennootschap die het dividend uitkeert is verplicht om de dividendbelasting in te houden en binnen één maand na het beschikbaar stellen van het dividend aangifte te doen bij de Belastingdienst. Dit betekent dat niet de aandeelhouder, maar de vennootschap verantwoordelijk is voor het tijdig afdragen van de verschuldigde belasting.
De hoogte van de af te dragen dividendbelasting is op dit moment vastgesteld op 15% van het uitgekeerde bruto dividendbedrag. Dit percentage wordt direct ingehouden voordat het dividend aan de aandeelhouder wordt uitgekeerd. Dit systeem van bronheffing zorgt ervoor dat de overheid verzekerd is van de belastingopbrengsten en dat de administratieve lasten voor de aandeelhouder beperkt blijven.
Het is van cruciaal belang dat vennootschappen deze verplichtingen correct nakomen. Een te late aangifte of betaling kan namelijk leiden tot boetes, rente en naheffingsaanslagen. Door tijdig en volledig aangifte te doen, voorkom je fiscale problemen en blijft je onderneming compliant met de wet- en regelgeving rondom dividendbelasting 2024.
Naast het afdragen van dividendbelasting moet de vennootschap ook zorgen voor een juiste verwerking van de gegevens, zodat de aangifte inkomstenbelasting van de aandeelhouder correct kan worden ingevuld. Dit is vooral van belang bij een aanmerkelijk belang, waarbij de ontvangen dividenden opgegeven moeten worden in box 2.
De onderneming die het dividend uitbetaalt, is verplicht om aangifte dividendbelasting te doen. Dit moet binnen een maand nadat het dividend beschikbaar is gesteld. Bij het uitkeren van dividend houdt de B.V. 15% dividendbelasting in en draagt deze af aan de Belastingdienst.
Voor bedrijven bestaat vaak de mogelijkheid om een inhoudingsvrijstelling toe te passen bij het uitkeren van deelnemingsdividend aan aandeelhouders die in Nederland wonen of gevestigd zijn. Dit houdt in dat als de volledige uitkering vrijgesteld is, er geen aangifte hoeft te worden gedaan. Echter, voor aandeelhouders buiten Nederland gelden speciale regels.
De ontvanger van het dividend moet het ontvangen dividend opgeven in box 2 van de inkomstenbelasting, mits sprake is van een aanmerkelijk belang. Hierbij wordt het uitgekeerde dividend belast tegen een vastgesteld tarief in box 2.
Daarnaast kan de vennootschap te maken krijgen met specifieke regels omtrent dividendbelasting wanneer er dividenden worden uitgekeerd aan aandeelhouders. Afhankelijk van de situatie van de aandeelhouder kunnen er mogelijkheden zijn voor vrijstellingen of aanvullende verplichtingen. Het is daarom essentieel om goed op de hoogte te zijn van de geldende regels voor dividenduitkeringen.
Per 1 januari 2025 verandert de fiscale behandeling van de Open Commanditaire Vennootschap (Open CV) en het Open Fonds voor Gemene Rekening (Open FGR) aanzienlijk. Tot en met 2024 zijn deze entiteiten belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Dit betekent dat zij zelfstandig belasting moeten betalen over hun winst, net zoals gewone vennootschappen.
Vanaf 2025 worden zowel de Open CV als het Open FGR echter fiscaal transparant. Dit houdt in dat deze entiteiten zelf geen belasting meer betalen. In plaats daarvan worden de participanten of vennoten rechtstreeks belast voor hun aandeel in het resultaat. Hierdoor verandert de wijze waarop de belastingheffing plaatsvindt fundamenteel:
Deze wijziging heeft belangrijke fiscale gevolgen voor beleggers en ondernemingen die gebruikmaken van een Open CV of Open FGR. De overgang naar fiscale transparantie kan invloed hebben op de manier waarop winsten worden verdeeld, belastingaangiften moeten worden gedaan en op de hoogte van de uiteindelijk verschuldigde belasting.
Voor bestaande structuren is het essentieel om vóór 2025 goed te beoordelen welke aanpassingen eventueel nodig zijn. In sommige gevallen kan een herstructurering verstandig zijn om fiscale nadelen te voorkomen. Het is raadzaam om hierbij advies in te winnen bij een fiscaal specialist.
De dividendbelasting 2024 en de aankomende wijzigingen per 1 januari 2025 brengen belangrijke veranderingen met zich mee voor vennootschappen, aandeelhouders en DGA’s. Door de invoering van twee tarieven in box 2 (24,5% en 31%) en de fiscale transparantie van de Open CV en Open FGR, wordt het nóg crucialer om zorgvuldig om te gaan met dividenduitkeringen en fiscale planning.
Voor vennootschappen betekent dit dat zij hun dividendbeleid goed moeten afstemmen om optimaal te profiteren van de huidige tarieven en mogelijke vrijstellingen. Aandeelhouders moeten alert zijn op de gevolgen voor hun inkomstenbelasting, zeker bij grotere uitkeringen of bij internationale situaties.
Ondernemers doen er verstandig aan om vóór 1 januari 2025 nog dividend uit te keren als zij willen profiteren van het huidige uniforme tarief van 26,9%. Daarnaast is het raadzaam om toekomstige dividendstrategieën te heroverwegen in het licht van de nieuwe tariefstructuur en fiscale veranderingen.
Kortom, een goede voorbereiding, actuele kennis van de fiscale regels en tijdige actie kunnen aanzienlijke fiscale voordelen opleveren. Twijfel je over de beste aanpak? Schakel dan een fiscaal adviseur in om jouw situatie optimaal te beoordelen en onnodige belastingdruk te voorkomen.
Wil jij weten of je belastingvoordeel misloopt? Doe binnen 5 minuten de Belastingscan en ontdek hoeveel jij kunt besparen.